Hoe diep laat ik me raken? (Marcus 4,16-17)

Hoe diep laat ik me raken?
Marcus 4,16-17
Anderen zijn als het zaad dat op rotsgrond is gezaaid: wanneer zij het woord hebben gehoord, nemen ze het meteen met vreugde in zich op, maar in hen schiet het geen wortel, ze zijn te oppervlakkig, en als ze vanwege het woord worden beproefd of vervolgd, houden ze geen ogenblik stand.

Misschien heb jij voor school wel eens een boon in een glazen potje met natte watten gedaan. Je zette het potje in de vensterbank en keek steeds of de boon al ontkiemde. Misschien moest je om de zoveel dagen tekenen wat je zag. Als de boon ontkiemde, dan zag je een plantje. Maar dat was niet het enige. Je zag ook wortels. De jonge plant haalde voeding binnen via de wortels. Zonder wortel gaat hij dood.

Jezus heeft het over een graankorrel die ontkiemt. Dat is meer dan in het vorige beeld. Daar wordt het gezaaide graan meteen door vogels opgepikt. Het ontkiemt niet eens. Dat staat voor ons, als wij ons niet eens laten raken door Gods Woord. Door Jezus.
In het beeld dat Jezus nu gebruikt ontkiemt de graankorrel wel. Er komt een plantje. Dat lijkt vol hoop. Maar er mist iets. Er zit geen wortel in. Dat staat voor ons, waar we ons wel laten raken door het Woord Jezus, maar dat alleen oppervlakkig doen. Als een korte steekvlam die snel dooft. Ik reageer enthousiast op wat God zegt, maar als ik onder druk kom te staan omdat ik een Bijbel heb en mijn leven daarop afstem, dan haak ik meteen af.

Hoe diep laat ik me raken door Gods Woord? Gelukkig is er ook een andere kant dan Jezus alleen oppervlakkig aanvaarden. In Openbaring 3,20 zegt Jezus: “Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij.”