het geheim van de groei van Gods Koninkrijk
Marcus 4,30-32
En hij zei: ‘Waarmee kunnen we het koninkrijk van God vergelijken en door welke gelijkenis kunnen we het voorstellen? Het is als een zaadje van de mosterdplant, het kleinste van alle zaden op aarde wanneer het gezaaid wordt. Maar als het na het zaaien opschiet, wordt het het grootste van alle planten en krijgt het grote takken, zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen.’
Toen ik een keer over dit Bijbelgedeelte preekte heb ik mosterdzaad gekocht. Ik zocht in boeken over planten uit de Bijbel om welke plant het precies ging. Brassica nigra, zeiden ze. Zwart mosterdzaad. Ik kon alleen Brassica alba vinden. Wit mosterdzaad. Dat is klein, maar het zwarte mosterdzaad is kleiner. Maar dan nog, zaad van de klaproos is nog kleiner. Met het kleinste van alle zaden bedoelt Jezus het kleinste van alle in die tijd gekweekte gewassen.
Mosterdzaad is klein. Ik liet per ongeluk een paar vallen. Die vond ik niet terug. Gods koninkrijk lijkt op dat kleine zaad. Jezus denkt aan zichzelf en zijn werk voor zijn Vader. Er zijn wel veel mensen om Jezus heen, maar die laten Jezus niet echt dichtbij komen. Jezus heeft maar een paar volgelingen die Hem echt zien als Gods beloofde Redder. Wat een klein groepje. Wat stelt Gods Koninkrijk dan voor?
Het wordt alleen maar erger. Er komt steeds meer verzet tegen Jezus. Eerst onderhuids, dan openlijk. Uiteindelijk maken de mensen Jezus dood. Hij wordt begraven. Zo lijkt Hij helemaal te verdwijnen.
Maar vergis je niet: dat kleine zaadje is ook maar heel klein. Het verdwijnt ook in de aarde. Maar dan gebeurt het wonder: het gaat dood, maar juist daardoor ontstaat iets heel nieuws. Niet iets heel anders. Maar vanuit dat ene zaadje groeit een boom van een struik. Met precies de kenmerken van dat ene zaadje. En de vogels van de hemel komen daar in schuilen.
Wat betekent dat voor de kerk van Jezus Christus?