veelzeggende kruimels (Marcus 7,25-30)

veelzeggende kruimels
Marcus 7,25-30
Integendeel, er kwam al meteen een vrouw die over hem gehoord had naar hem toe, en zij viel voor zijn voeten neer. Ze had een dochter die door een onreine geest bezeten was. Deze vrouw was van Syro-Fenicische afkomst en geen Jodin; ze smeekte hem om bij haar dochter de demon uit te drijven. Hij zei tegen haar: ‘Eerst moeten de kinderen genoeg te eten krijgen; het is niet goed om de kinderen hun brood af te pakken en het aan de honden te voeren.’ De vrouw antwoordde: ‘Heer, de honden onder de tafel eten toch de kruimels op die de kinderen laten vallen.’ Hij zei tegen haar: ‘Dat hebt u goed gezegd. Ga naar huis, de demon heeft uw dochter al verlaten.’ En toen ze thuiskwam, lag haar kind op bed en bleek de demon verdwenen te zijn.

Vroeger bij ons thuis hadden we een hond. Ik herinner me vooral de Dalmatiër die we hadden. Onder het eten lustte hij ook wel een hapje, maar dat kreeg hij niet. Maar als mijn grootmoeder er was (beppe zeiden we in het Fries), dan gaf die hem stiekem wel eens wat onder de tafel.

Jezus heeft het over de kinderen die eerst moeten eten. Maar de vrouw heeft het over kinderen die kruimels laten vallen. Dat doen zij niet expres omdat ze de honden graag ook wat toestoppen. Bij hen gebeurt het omdat ze slordig zijn met het brood. De honden onder de tafel eten de kruimels op.

Jezus deelt geschenken van zijn Vader uit: het Woord van God en tekenen en wonderen. Zijn werkterrein is op dat moment het volk van de Joden. Hij deelt uit en Hij vraagt geloof. Maar geloof in Israël blijft uit. Nu heeft Jezus zich tijdelijk teruggetrokken in buitenlands gebied. Er komt meteen een buitenlandse vrouw die Hem zoekt en wil delen in zijn geschenken. Alleen: de tijd is daarvoor nog niet gekomen. Pas na Pinksteren zal Gods goede nieuws de aarde over gaan, met Gods geschenken.

De vrouw toont haar geloof. Als de kinderen broodkruimels laten vallen, dan mogen de honden daar toch zeker wel van eten? Dit zegt iets over hoe Jezus is ontvangen in Israël: als de Joden Jezus als het levende brood aan zich voorbij laten gaan, dan mogen de heidenen toch zeker ook wel hun portie hebben? Jezus prijst haar om haar geloof en maakt haar dochter vrij.

Jezus kan niet onopgemerkt blijven. (Marcus 7,24)

Jezus kan niet onopgemerkt blijven.
Marcus 7,24
Hij ging weg en vertrok naar de omgeving van Tyrus. Daar nam hij zijn intrek in een huis, en hoewel hij niet wilde dat iemand dat te weten zou komen, lukte het hem niet onopgemerkt te blijven.

Je zult maar een bekende Nederlander zijn. Regelmatig kom je op televisie. Loop je op straat: iedereen herkent je. Reis je met de trein: je kunt niet incognito blijven. Er is altijd wel iemand die je herkent. En die het doorvertelt.

Jezus is een bekende Jood onder het volk van de Joden. Overal waar Hij komt stromen de mensen massaal toe. Met hun zieken en bezetenen. Maar nu is Jezus het land uitgegaan. Hij houdt verblijf in de omgeving van Tyrus en Sidon. Hij wil niet dat iemand te weten komt dat Hij daar is. Maar het lukt niet om onopgemerkt te blijven. Ook over de grens is zijn naam doorgedrongen. Ze hebben van Hem gehoord. Ze weten hoe Hij er uit ziet. Ze weten van zijn verkondiging van God als Koning. Of in elk geval van zijn werken, zijn genezingen.

Jezus is hier! In deze stad. In dat huis. Straks staat er dat er meteen een vrouw naar Jezus toekomt die Hem vraagt haar dochter te bevrijden. Ze komt niet pas na een week, maar meteen. Jezus kan geen dag verborgen blijven.

Ik maak hier even een metafoor van. Als jij Jezus hebt ontvangen en als Jezus de intrek heeft genomen in jouw levenshuis, kan Hij dan verborgen blijven? Als je op Jezus vertrouwt, dan woont Hij in jou. Jij hoeft niet te schreeuwen om Jezus bekend te maken. De vraag is wel of je Hem de ruimte geeft. Als je Hem de ruimte geeft voor zijn werk, dan kan Hij ook in jouw leven geen dag onopgemerkt blijven! Dat maakt van jou geen bekende Nederlander. Jij maakt gewoon Hém bekend.

van binnen uit (Marcus 7,17-23)

van binnen uit
Marcus 7,17-23
Toen hij een huis was binnengegaan, weg van de menigte, vroegen zijn leerlingen hem om uitleg over deze uitspraak. Hij zei tegen hen: ‘Begrijpen ook jullie het dan nog niet? Zien jullie dan niet in dat niets dat van buitenaf in de mens komt, hem onrein kan maken omdat het niet in zijn hart, maar in zijn maag komt en in de beerput weer verdwijnt?’ Zo verklaarde hij alle spijzen rein. Hij zei: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein.’

Hoe gezond eet jij of eten jullie? In ons land is er behoorlijk wat aandacht voor gezond eten en drinken. Veel mensen letten er goed op wat ze eten. Sommigen gaan daar verder in dan anderen. Maar hoe het ook zij: bij een gezond leven hoort gezonde voeding.

Hoe gezond leef jij of leven jullie? Heb je daarbij ook wel eens aandacht voor jouw hart? Wat leeft er in je hart? Hoe wordt dat zichtbaar naar buiten? Waar komt het openlijk uit? Waar subtiel?

God had aan zijn volk voedselwetten gegeven. Over wat ze wel of niet mochten eten. God verklaarde sommige dieren rein en andere onrein. Onreine dieren hadden bijvoorbeeld te maken met de dood. Aaseters mochten niet op het menu. In de voedselwetten kon je je trouw aan de levende God kwijt. God wilde dat zijn volk Hem toegewijd was tot op de etenstafel toe.

Maar in hoe de mensen ermee omgingen was er een verschuiving opgetreden. Ze hadden hartelijke toewijding vervangen door geloven voor de vorm. Streng op de buitenkant, onverschillig en ontrouw aan de binnenkant. Was je handen voor het eten. Anders wordt het eten onrein. Eet geen onreine dieren. Anders word jij onrein. Blijf van buiten schoon.

Dan komt Jezus. Hij is anders. Als Jezus een melaatse aanraakt wordt Jezus niet onrein. De melaatse wordt rein! Als jij Jezus ontvangt en toelaat in jouw hart, dan wordt Jezus niet onrein, maar dan zal Hij beginnen jou rein te maken. Niet rein van de buitenkant alleen, maar rein van binnen uit. Dan krijg je geen aangepast gedrag en buitenkantgeloof, maar Hij leert je weer hartelijke liefde en trouw aan God! Van binnen naar buiten!