De hemelse rechter zwijgt voor de aardse rechter. (Marcus 15,1-4)

De hemelse rechter zwijgt voor de aardse rechter.
Marcus 15,1-4
’s Ochtends in alle vroegte kwamen de hogepriesters, de oudsten en de schriftgeleerden en het hele Sanhedrin in vergadering bijeen. Na Jezus geboeid te hebben, brachten ze hem weg en leverden hem over aan Pilatus. Pilatus vroeg hem: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Hij antwoordde: ‘U zegt het.’ De hogepriesters brachten allerlei beschuldigingen tegen hem in. Pilatus vroeg hem toen: ‘Waarom antwoordt u niet? U hoort toch waar ze u allemaal van beschuldigen?’ Maar Jezus zei helemaal niets meer, tot verwondering van Pilatus.

Als je vals beschuldigd wordt, dan laat je dat toch niet over je heen komen? Straks veroordeelt de rechter je nog ten onrechte. Zit jij voor jaren achter de tralies. Dat doe je echt niet voor de lol om later een grote schadeclaim te kunnen indienen. Als je ten onrechte jaren vastgezeten hebt kan dat je leven lang op je blijven drukken. Als je ten onrechte de dóódstraf krijgt dat is helemáál onomkeerbaar.

Pilatus is heel anders gewend dan zwijgende mensen die een doodvonnis tegemoet gaan. Er zijn mensen die schelden en er zijn mensen die smeken. Waarom doen ze dat? Ze hopen op gratie! Er is één die beschikt over gratie. Dat is in dit geval de rechter Pontius Pilatus. Misschien kunnen ze hem bewegen hen toch nog vrij te laten.

Jezus brengt niets in tegen de beschuldiging die tegen Hem wordt ingebracht. Die beschuldiging luidt niet: Hij zegt dat Hij Gods Zoon is. Daar kunnen de Joden niks mee bij de heiden Pilatus. Ze maken er een politieke beschuldiging van: Jezus zegt dat Hij de koning van de Joden is. Dat is concurrentie voor de Romeinen. Die zijn hier de baas. De Joden spelen een spel. Met de Romeinen onder één hoedje tegen Jezus. Daar doet Jezus niet aan mee.

Maar er is meer. Jezus zwijgt niet alleen omdat de Joden toneelspelen. Jezus zwijgt ook omdat Pilatus toneelspeelt. Het lijkt alsof Jezus voor gratie bij Pilatus moet zijn. De werkelijkheid is dat Pilatus voor gratie bij Jezus moet zijn. Doe je masker af en vraag de hemelse Rechter om genade!

De laatste rechter sterft. (Marcus 14,55-65)

De laatste rechter sterft.
Marcus 14,55-65
De hogepriesters en het hele Sanhedrin probeerden iemand een getuigenverklaring tegen Jezus te laten afleggen op grond waarvan ze hem ter dood konden veroordelen, maar dat lukte hun niet; want hoewel veel mensen een valse verklaring aflegden, waren hun getuigenissen niet eensluidend. Toen kwamen er een paar met de volgende valse verklaring: ‘We hebben hem horen zeggen: “Ik zal die door mensenhanden gemaakte tempel afbreken en in drie dagen een andere opbouwen die niet door mensenhanden gemaakt is.”’ Maar ook op dit punt waren de getuigenverklaringen niet afdoende. De hogepriester stond op en vroeg Jezus: ‘Waarom antwoordt u niet? U hoort toch wat deze getuigen zeggen?’ Maar hij bleef zwijgen en antwoordde niet. Toen vroeg de hogepriester hem: ‘Bent u de messias, de Zoon van de Gezegende?’ Jezus zei: ‘Dat ben ik, en u zult de Mensenzoon aan de rechterhand van de Machtige zien zitten en hem zien komen op de wolken van de hemel.’ De hogepriester scheurde zijn kleren en zei: ‘Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? U hebt de godslastering gehoord; wat is uw oordeel?’ Allen oordeelden dat hij schuldig was en de doodstraf verdiende. Toen begonnen sommigen hem te bespuwen; ze blinddoekten hem en sloegen hem in het gezicht en zeiden tegen hem: ‘Profeteer nu maar!’, en ook de dienaren onthaalden hem op vuistslagen.

Wanneer is er een rechtszaak? Als iemand een misdrijf gepleegd heeft komt er een rechtszaak tegen de verdachte. Soms gaat het andersom. Mensen willen van iemand af. Ze zetten voor de schijn een rechtszaak op. Met valse aanklachten. Ze laten die persoon veroordelen. Hij verdwijnt achter de tralies of wordt de dood ingejaagd.

Zoals bij dat laatste, zó gaat de rechtszaak tegen Jezus. Alleen: het lukt hen niet om een aanklacht te vinden. Eén waarmee ze Jezus ter dood kunnen veroordelen. Dan zijn er een paar die een getuigenis hebben dat hetzelfde lijkt. Een vals getuigenis. Dat wel. Jezus had niet gezegd dat Hij zelf de tempel zou afbreken. Maar hoe kan Jezus een niet door ménsenhanden gemaakte tempel bouwen? Hij is God niet! Dat denken zij. Maar ook deze getuigenissen krijgen ze niet kloppend.

Dan moet het hoge woord er uit. De hogepriester kan niet om de kernvraag hen: “U, bent U de Messias, de Zoon van de Gezegende?” Jezus erkent het volmondig. Hij zegt: “Ik ben.” En Hij wijst op zijn komst als Rechter. De laatste Rechter. De hogepriesters en het Sanhedrin zijn aardse rechters. Jezus zal komen als laatste rechter.

De laatste rechter moet dood! Dat betekent het einde van het recht! Arme mensen die op aarde wonen! Behalve als de laatste Rechter vrijwillig al ons onrecht op zich neemt, gaat boeten voor ons in de plaats, en door zijn dood ons weer recht voor God zet! Goede Vrijdag is goed als je dat cadeau van Hem aanneemt. Als je deze Jezus toelaat in je leven. Dan zal Hij ook beginnen door jou heen iets van zijn recht te laten zien. Midden in alle onrecht en gebrokenheid.