Amos 2,1

Lezen: Genesis 9:1-7
Ze hebben de beenderen van de koning van Edom verbrand om er kalk van te maken. Amos 2:1

Soms lees je in de krant van grafschennis. Grafstenen zijn beklad of omvergetrokken. Het kan nog erger: lijkschennis. Als een lijk wordt verminkt. Ik moet er niet aan denken. Maar Moab heeft het nog bonter gemaakt. Het groef de beenderen van de koning van Edom op en maakte er kalk van. Alsof het om plastic gaat dat gerecycled wordt.
De HEER is woedend. God zal het wreken. Waarom is de HEER woedend? Edom was zelf toch ook niet zo’n beste? Hun koning dan toch ook niet? Dat maakt niet uit. Het gaat hier om een mens. Weet je nog: een mens is gemaakt naar het beeld van God! Als je aan de mens komt, dan kom je aan God! De HEER maakte de mens om God op aarde te vertegenwoordigen. Om heerlijk Hem te weerspiegelen. Als je dan een mens recyclet, zelfs al is dat een dood mens, dan krenk je degene die die mens gemaakt heeft: God.
Heb jij ook van die mensen die je het liefst gerecycled zou zien tot een nuttig gebruiksvoorwerp? Omdat je hen tot nu toe maar danig in de weg vindt zitten? Zo ver staat Moab niet van ons af. De HEER weet hoe wij zijn. Daarom gaf Hij zijn Zoon. Zijn evenbeeld. Kijk steeds weer naar Hem. Dan ontdek je weer hoe God ons wel bedoeld heeft.

Amos 1,11

Lezen: Genesis 33:1-11 en Amos 1:11-12
Hun woede was onverzadigbaar, ontembaar hun razernij. Amos 1:11

Lijk jij op je vader of op je moeder? Dat kan op verschillende manieren. Een spreekwoord zegt ‘iemand heeft een aardje naar zijn vaartje’. Dat betekent dat hij dezelfde aard heeft als zijn vader. Edom stamt af van Esau. Israël stamt af van zijn broer Jakob. De HEER verwijt de Edomieten dat ze niet ophielden te moorden in Israël. Ze kóesterden hun woede. Edom lijkt daarin niet op zijn eigen voorvader Esau. Als Jakob de zegen voor de oudste zoon heeft gestolen, dan is Esau woedend. Maar als Jakob na jaren ballingschap terugkeert, heeft Esau zijn woede laten varen. Edom doet ook anders dan Israël bij de intocht in het beloofde land: Israël liet Edom met rust, toen ze niet door het land mochten reizen (Numeri 20:14-21). Maar het Edom in de tijd van Amos blijft woedend het zwaard opheffen.
Wat wil de HEER nu? Dat je wel op je vader of je voorvader lijkt of niet? De Bijbel laat ons meer zien dan vader Esau. Jakob herkende achter de verdwenen woede van Esau God de HEER. Het boek van de Psalmen kende hij nog niet. Maar zegt Psalm 103 niet: “Niet eindeloos blijft Hij twisten, niet eeuwig duurt zijn toorn”?
Zit jij vol woede en koester je die woede? Zit je midden in jarenlange familievetes? Ben je bereid je open te stellen voor God? Voor Jezus in wie je Gods liefde proeft? Mag Hij in je werken, zodat je Hem gaat weerspiegelen? Alleen dan kan de liefde weer opbloeien.

Amos 1,4

Lezen: 2 Koningen 8:7-15 en Amos 1:3-5
Ik zal het paleis van Hazaël in vlammen doen opgaan. Amos 1:4

Kun jij maat houden? In de muziek is dat een uitdrukking. Maar ook in hoe we met elkaar omgaan kun je die uitdrukking gebruiken. Hazaël wilde geen maat houden. God had hem aangesteld als koning over Aram. Om door hem zijn volk Israël te straffen. Om het tot inkeer te brengen. Maar koning Hazaël had vreselijk huisgehouden. De wreedste dingen worden van hem vermeld. En hij is er trots op. Herken je iets van die trots? Hoe ben jij in je gezin als er geen buitenstaander bij is? Op school? In de kerk? Op je werk?
Maar de HEER neemt het niet als wij geen maat houden. In ons spreken en in ons doen. Misdaden noemt Hij het als wij op zijn rechterstoel gaan zitten en plezier hebben in het veroordelen en kapot maken van anderen. Elisa huilt om de misdaden van Hazaël. Misschien heeft Amos nog van ooggetuigen gehoord hoe erg het was. Wat een verdriet bracht Hazaël in Israël. Maar de HEER is de rechtvaardige Rechter. Hij vergeet het onrecht niet. “Misdaad op misdaad heeft Damascus (de hoofdstad van Aram) begaan. Daarom zal Ik mijn vonnis niet herroepen.” De HEER neemt het niet als wij geen maat houden. Is jou onrecht áángedaan? Laat het oordeel aan Hem die rechtvaardig oordeelt. Houd je zélf geen maat? Keer om en onderwerp je aan Jezus, de Zoon van God. Treed in de voetsporen van Hem. Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, hij leed en dreigde niet (1 Petrus 2:21-25).