Amos 5,13

Lezen: Amos 5:10-13
Wie verstandig is zwijgt in deze tijd, want het is een kwade tijd. Amos 5:13

Heb jij wel eens van een klokkenluider gehoord? Een klokkenluider is niet alleen iemand die letterlijk ergens aan een klok hangt, zodat die luidt. Het kan ook figuurlijk bedoeld worden. Dan is het iemand die misstanden ontdekt en die naar buiten brengt. Financiële wantoestanden van een bedrijf bijvoorbeeld. Zo’n klokkenluider is als hij de klok geluid heeft geen geliefd persoon in dat bedrijf. Veel klokkenluiders verliezen hun baan. Toch zijn er mensen die ervoor kiezen: liever de klok luiden over onrecht, dan doorwerken en doen alsof er niks aan de hand is. Wat zou jij doen?
Amos spreekt over grof onrecht in Israël. Maar dan zegt hij: “Wie verstandig is zwijgt in deze tijd.” Roept Amos dan op om onrecht maar te verzwijgen? Dat kan Amos niet bedoelen. Hij zelf stelt onrecht aan de kaak. Tegen alle bedreigingen aan zijn adres in. Amos wijst wel op de slechte tijd. Daar zal hij op doelen. Wie over het onrecht zijn mond open doet, die loopt gevaar. Dit was het onrecht: de armen worden vertrapt. De rechters zijn corrupt. Wie arm is en recht zoekt wordt gewoon weggeduwd in de poort. Wee de klokkenluider die zulk onrecht aan de kaak stelt. Hij is zijn leven niet zeker. Maar de HEER laat zich er niet door weerhouden. Hij stuurt Amos, zijn profeet.
Ben jij wel eens klokkenluider geweest? Zijn er dingen waar jij de stilte moet doorbreken? Laat je niet monddood maken, leg je geweten niet het zwijgen op, maar spreek.

Amos 5,11

Lezen: Deuteronomium 6:10-19 en Amos 5:10-13
Prachtig wijngaarden hebben jullie geplant, maar je zult er geen wijn van drinken. Amos 5:11

Vergeten heeft een prijs. Als je vergeet, dan wordt je wereld kleiner. Dat werkt ook zo bij het vergeten van de HEER.
Het beloofde land, een land van melk en honing. Maar ook van druiven en wijn. Toen Israël op het punt stond het beloofde land binnen te gaan, zegde de HEER hen steden toe die ze niet zelf hadden gebouwd, en vruchtbomen die ze niet zelf hadden geplant. Om van te genieten.
Maar Amos kondigt precies het tegenovergestelde aan: Jullie zullen niet wonen in je mooie huizen. Van je wijnstokken zul je niet de vrucht genieten. Dat is een straf van God, omdat ze Hem wel vergeten waren. Ze leefden niet naar zijn geboden. Bij Israël toen ging het met name om onrecht tegen de armen. Maar als wij eerlijk zijn, moeten we dan niet toegeven dat wij de HEER ook vaak vergeten? Israël had die steden en wijnstokken niet verdiend, maar wij toch ook niet? Dat klopt. Ook wij vergeten de HEER vaak. Ook wij zijn de vrucht van het beloofde land (voor ons is dat de nieuwe aarde) niet waard.
Maar de HEER vergeet ons niet. Hij heeft zijn Zoon gestuurd. De Heer Jezus. Hij heeft die vrucht voor ons verdiend. Alleen door wat Jezus voor ons verdiende kunnen wij weer genieten van wat de HEER ons heeft beloofd. Nu al een begin. En eens volmaakt als Hij de wijn met ons nieuw zal drinken (Matteus 26:29).

Amos 5,5-6

Lezen: 1 Koningen 12:33 – 13:6
Ga niet naar Betel… Zoek de HEER. Amos 5:5-6

Waarom mag Israël niet naar Betel gaan? Ze zoeken daar toch de HEER? Maar de HEER zelf zegt: “Ga niet naar Betel, maar zoek de HEER.” Je moet dus juist niet in Betel zijn voor de HEER.
Betel leek een stad van God, maar het leefde niet als stad van God. Betel had een eigen gemaakte godsdienst. Een gouden kalf voor de HEER. Zelf ingestelde priesters en feesten. Maar wat is het verschil met Jeruzalem? In Betel roken toch ook de altaren? Met de geur van offers voor de HEER? Dan moet de HEER toch niet moeilijk doen?
Maar de HEER wil niet alleen onze trouw en liefde aan de dingen die Hij van ons vraagt, maar ook aan de manier waarop Hij dat vraagt. Daarover gaat het tweede gebod. Het eerste gebod zegt: dien de HEER alleen, en geen ander. Het tweede gebod zegt: dien de HEER op zijn manier. Deze beide geboden hebben alles te maken met vertrouwen in de HEER. En daarom: ga niet naar Betel. Daar vind je geen mensen die op de HEER vertrouwen en graag doen wat Hij zegt. Daar vind je mensen die met hun offers de HEER willen laten doen wat zij zeggen.
Heb jij dingen in jouw leven waarvan je zegt: Ik doe dingen misschien op mijn manier, maar ik doe toch praktisch wat de HEER zegt, laat Hij verder niet moeilijk doen? Ga dan niet langer naar Betel, maar zoek de HEER.