Genesis 1,4a Het licht is goed

Het licht is goed.
Genesis 1,4a
God zag dat het licht goed was.

In de duisternis schept God licht. God zag dat het licht goed was. Je mag ook zeggen: God zag hóe goed het licht was. Of: God zag hoe móói het licht was. Het licht zelf is mooi.
Stel ik ben in het daglicht. Ik kijk naar de natuur. Ik zie hoe mooi Gods schepping is. Prachtig! Maar God begínt met licht. Dat licht zelf is mooi. God kijkt naar het licht en Hij geniet daar van!

Als je graag foto’s maakt, dan weet je hoe belangrijk licht is. Een fotograaf zei: “Het mooiste licht is tegenlicht.” Maar ook: als er aan de ene kant felle buien zijn, en tegelijk aan de andere kant felle opklaringen, dan krijgt alles prachtig kleur. Bomen met rode bladeren zijn opeens felrood. Wilgen met uitlopend blad steken opeens knalgeel af tegen een donkerblauwe lucht. Het roze van de vlinderstruik straalt je tegemoet.

Licht doet veel. Licht brengt aan het licht. Maar kijk ook naar het licht zelf. Licht zelf is bijzonder. God schept eerst licht. Hij heeft nog niet de zon gemaakt als lichtbron. Nog geen andere sterren. Maar wel licht. Wie of wat is dan de lichtbron? Dat staat er niet bij. Maar God schept het licht en het licht is goed.

Later zal Jezus zeggen: “Ik ben het Licht van de wereld.” Jezus brengt aan het licht. Jezus brengt óns aan het licht. Wat zie je dan? De lelijke dingen die je deed? Of hoe mooi je gemaakt bent? Begin bij het licht. Geniet van het licht zelf. Van Jezus. In zijn licht kom je stralend tevoorschijn in wie je echt bent.

Genesis 1,3 Licht in het duister

Licht in het duister
Genesis 1,3
God zei: ‘Laat er licht zijn,’ en er was licht.

Als alles duister is, dan kan er niks leven, groeien en bloeien op aarde. In de diepste zeeën kan geen zonlicht doordringen. Daar ís wel leven, maar ménsen kunnen daar niet leven. Gewassen om te eten kunnen daar niet groeien. Wij hebben licht en warmte nodig.

God bouwt zijn schepping op in stappen. Hij gaat ordenen. Eerst maakt Hij hemel en aarde. De aarde is nog woest en leeg. Daarna brengt Gods als eerste licht in de duisternis. Op die manier schept God de voorwaarde voor het leven van mensen, dieren en planten op aarde.

Hoe brengt God het licht op aarde? God zei: “Laat er licht zijn”, en er was licht. God brengt dus licht in de duisternis door zijn woord. Eén woord is genoeg. Gods woord is krachtig. Gods woord is scheppend.

Later komt de evangelist Johannes hierop terug. Hij zegt: “In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan, zonder het Woord is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.”

Johannes zegt: Jezus is het Woord van God is. Jezus geeft licht en leven aan mensen. De duisternis moet wijken waar Jezus komt.

Er is hoop voor deze aarde en voor alle bewoners van de aarde: Gods Woord dat leven geeft is er nog steeds. Kom in Jezus’ licht staan. Ontvang het leven van Hem.