Genesis 3,4-5
Wie vertrouw je?
4 ‘Jullie zullen helemaal niet sterven,’ zei de slang. 5 ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, en dat jullie dan als God zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’
Eerst zaait de duivel wantrouwen tegen God. Als de vrouw een stap met hem meegaat, dan zet hij rechtstreeks zijn woord tegen over Gods woord: “Jullie zullen echt niet sterven” tegenover “Jullie zullen echt wel sterven.” Wie heeft nu gelijk? Dat is voor jou degene die je het meest vertrouwt.
Om de vrouw over te halen gaat de duivel nog een stap verder. Hij zegt ook: “God weet dat jullie de ogen open zullen gaan. Zodra je van de vrucht eet zullen jullie als God zijn en kennis hebben van goed en kwaad.”
Klopt het wat de duivel zegt? Ja, hun ogen zullen open gaan. Ze zullen als God zijn. In welk opzicht? In het feit dat ze goed en kwaad zullen kennen. Maar waarom wil God dat niet? Omdat God weet wat voor ellende daar allemaal uit voortkomt! Wij weten het nu ook uit eigen ervaring. Kijk maar naar deze aarde met alle nood en ellende voor mens en dier en milieu. Daarom: God beperkt de mens niet. God wil de mens juist tegen het kwaad beschermen.
Maar wat wil de duivel dan? Hij was oorspronkelijk toch een goede engel? Door zijn opstand tegen God weet hij toch ook uit eigen ervaring in wat voor ellende hij zichzelf gestort heeft? Hij weet dat. En hij wíl ook niet meer anders. Al het goede van God moet vernietigd worden. Dus ook de mens. Juist in zijn relatie met God.
Alles wat God mooi gemaakt heeft moet kapot. Vandaag kom je dat ook veel tegen. Niet alleen bij dictators die landen en volken vernietigen. Wie vertrouw jij? De God van schepping en heelheid, of de duivel van leugen en kapot maken?