Met God wandelen (Genesis 5,21-24)

Genesis 5,21-24
Met God wandelen
21 Toen Henoch 65 jaar was, verwekte hij Metuselach. 22 Na de geboorte van Metuselach leefde Henoch nog 300 jaar, in verbondenheid met God. Hij verwekte zonen en dochters. 23 In totaal leefde hij 365 jaar. 24 Henoch leefde in verbondenheid met God. Op een dag was hij er niet meer, doordat God hem wegnam.

Henoch leefde in verbondenheid met God. Eigenlijk zegt Genesis 5: “Henoch ging, of wandelde, met God.” Dat wandelen zijn we eerder tegengekomen. In de tuin van Eden wandelde God met Adam en Eva. Was God gewend om dat elke avond te doen?

In samen wandelen zit relatie. Je kunt praten. Je kunt zwijgen.
Samen wandelen is anders dan samen onderweg zijn naar een vergadering. Of samen boodschappen doen. Of samen vogels kijken. Die dingen kunnen ook leuk zijn. Maar samen wandelen is een doel op zich. Je begeeft je op weg. Je gaat samen.

Samen wandelen bepaalt je bij jezelf en bij elkaar. Of je contact kunt maken met jezelf en de ander. En in hoeverre je dat kunt. Samen wandelen vraagt uithoudingsvermogen, dragen, verdragen, volhardende liefde.

En samen met God wandelen dan? Van mij vraagt dat eerlijk tevoorschijn komen. Van God vraagt dat, denk ik, heel veel geduld. Zou jij 100, 200 of 300 jaar nauw verbonden met een levenspartner willen optrekken? Henoch wandelde 300 jaar met God.

En nu andersom: Hoe lang wil God het met ons uithouden? God wil ons voor altijd en eeuwig bij zich hebben. Als zijn geliefde kinderen. Zou jij ook voor eeuwig en altijd bij Hem willen zijn? Je kunt er nu al mee beginnen. Oefenen. Dat doe je door je leven lang op deze aarde te wandelen met Jezus. Bij Hem kun je transparant zijn zonder angst. Hij praat je niet naar de mond, maar zal je waar nodig corrigeren. Zijn doel voor jou is dat jij eeuwig gelukkig met Hem zijn en jouw hemelse Vader bent.