Omgaan met veranderingen: De kerkenraad luistert niet.

4 De kerkenraad luistert niet.

onveilig
Voelt u zich onveilig in de kerk? In een vorig artikel schreef ik daar over. In dit artikel vertel ik daar nog iets over. Ik kom ook tegen dat mensen zich onveilig voelen als ze merken dat ze veranderingen niet kunnen tegenhouden. Als er veranderingen in de kerk worden doorgevoerd, dan klinken geluiden als: “De kerkenraad doet toch maar wat hij wil”, “De kerkenraad luistert niet naar ons”. Of: “Ze hebben mij helemaal niet om toestemming gevraagd.” Of: “De gemeente wordt monddood gemaakt.” Mensen die tegen bepaalde veranderingen zijn schrijven zich lam of roepen zich schor, maar de gemeente, onder leiding van de kerkenraad, gaat gewoon door. Dat kan voor hen onveilig voelen.

geen dictatuur en geen democratie
De structuur van de gemeente is hierin belangrijk. In een democratie geldt de meerderheid van stemmen. De minderheid legt zich bij de meerderheid neer. In een dictatuur geldt het recht van de sterkste. De dictator heeft macht opgebouwd en de onderdanen kunnen vaak weinig anders dan zich er bij neerleggen. Hoewel je soms volksopstanden ziet die een omwenteling van de macht teweegbrengen. De gemeente van Christus is geen dictatuur. Mensen horen er niet de baas over elkaar te spelen. Jezus zegt in Matteus 23,8: “Jullie hebben maar één meester, en jullie zijn elkaars broeders en zusters.” De gemeente van Christus is ook geen democratie waar de meeste stemmen gelden. Ik kom vaak tegen dat broeders en zusters dat denken, maar Jezus heeft ambtsdragers aan zijn gemeente gegeven om die gemeente te leiden. (Zie o.a.: 1 Tessalonicenzen 5,12-13; Hebreeën 13,17; 1 Petrus 5)

de hoogste herder en zijn herders
De Heer Jezus is het Hoofd van zijn gemeente. In zijn leiding over de gemeente en zijn zorg voor haar heeft Hij mensen aangesteld als leidinggevenden. In de Bijbel wordt voor de gemeente van Christus het beeld van een kudde gebruikt: Jezus is de Herder van zijn kudde.
Jezus neemt ook mensen als herder in dienst. In de Bijbel heten ze opzieners of oudsten. Zij hebben verantwoordelijkheid voor de kudde en moeten die hoeden en toezicht houden, zegt 1 Petrus 5,2. Als Jezus herders aanstelt, dan trekt Hij zichzelf trouwens niet terug. Hij is en blijft de hoogste Herder (1 Petrus 5,4). De herders hebben als taak Christus’ kudde voor te gaan. God maakt hen bekwaam door zijn Geest. Hun taak is zich toe te wijden aan Christus en mensen te leiden naar Christus (vgl. Johannes 16,13). Dat vraagt dat zij zelf dicht bij God leven, vertrouwd zijn met Christus en zich laten leiden door zijn Geest. Alleen zo kunnen ze de gemeente voorgaan en hen leren en voordoen wat leven met de Heer inhoudt. De apostel Paulus laat dit mooi zien als hij zegt: “Dus volg mij na, zoals ik Christus navolg.” (1 Korinte 11,1)

identiteit
De kerkenraad gaat de gemeente voor. Niet in het zijn oren laten hangen naar mensen, wel in het gaan in het spoor van Christus. Dat heeft te maken met onze identiteit. Die moet de kerkenraad bewaken. Dat we als gemeente niet gemeente van mensen zijn, maar van de levende Heer (1 Korinte 1-3). Dat als we kleur bekennen, onze kleur niet grijs is of wit, maar Christus!

de kerkenraad luistert niet
Wat moet je nu als je met je kerkenraad van mening verschilt over de koers die gevaren wordt? Vaak hoor ik mensen in zo’n situatie zeggen: “De kerkenraad luistert niet.” “Wij worden niet serieus genomen.” Als ik dan doorvraag: “Wat is dan luisteren?” en: “Wanneer luistert de kerkenraad dan wel?”, dan komt het antwoord uiteindelijk altijd hier op neer: “Als hij doet wat ik zeg.” Dus ik heb moeite met bijvoorbeeld iets dat de kerkenraad heeft toegestaan, ik zeg dat de kerkenraad niet naar mij luistert, en pas als de kerkenraad dat punt heeft teruggedraaid dan luistert hij naar me. Maar hier gaat het helemaal niet over luisteren. Hier gaat het over iemand zijn zin geven. Soms kunnen mensen zo’n druk op de ketel zetten, dat de kerkenraad van lieverlee maar bakzeil haalt en mensen die zo spreken hun zin geeft. Maar dan heeft de kerkenraad niet geluisterd. Dan heeft hij zich laten manipuleren.

omgaan met verschillen
Kunnen wij nog wel omgaan met verschillen? Er zijn veel dingen in de kerk waar mensen verschillend over denken. Dat kan gebeuren tussen gemeenteleden onderling. Het kan ook gebeuren dat er gemeenteleden zijn die anders over dingen denken dan de kerkenraad die leiding geeft aan de gemeente. Daar kan gesprek over plaatsvinden. Een kerkenraad kan zich ook vergissen. Hij kan zijn mening herzien en besluiten terugdraaien. Een kerkenraad kan ook, na de overwegingen van die gemeenteleden gehoord te hebben, besluiten toch verder te gaan op de ingeslagen weg. Als we dat laatste constateren, laten we dan niet als gemeentelid roepen: “De kerkenraad luistert niet naar mij.” Dat is niet eerlijk. Zeg dan: “Hierin verschillen wij van mening.”

kerkelijke weg
En wat als je ervan overtuigd bent dat er principiële zaken op het spel staan? En de kerkenraad luistert wel naar je, maar doet niet wat je zegt? Daar hebben we als kerken een route voor afgesproken. Ga in dat geval het gesprek aan met visitatoren. Ga het gesprek met hen aan en vraag advies. Kom je er met hen niet uit, dan kun je verder de kerkelijke weg volgen. Als je dan werkelijk denkt dat we als kerken ons van Jezus Christus afkeren, dan is die gang naar visitatoren niet maar een mogelijkheid, maar je plicht.

Matteus 18
Als ik broeders en zusters op die route wijs, dan hoor ik soms de opmerking: “Dat is wel erg formeel.” Maar deze route is gebaseerd op Matteus 18. Daar gaat het over de zoekende Herder Jezus Christus die ons de taak geeft zoekende broeders en zusters te zijn. Om elkaar te winnen voor Christus. Met basisregels als: Houd een zaak zo klein mogelijk, ga zo snel mogelijk naar iemand toe, begin bij zelf actie te nemen, haal pas na gebleken verharding anderen erbij, ga (pas) daarna naar de kerkenraad.

De kerkenraad luistert niet. (vervolg)

de rol van de gemeente
Wat uit Matteus 18 ook blijkt is dat de weg naar de visitatoren niet de eerste weg is. Dit is goed nieuws voor de gemeente en voor overbelaste kerkenraden. Elkaar vermanen, bemoedigen en terechtwijzen (zodat je terecht komt bij Christus), waar het hier over gaat, dat begint veel kleiner. Heb je ergens zorgen over? Begin dan in de gemeente! Let daarbij wel op de goede manier: Ga daar niet stoken en proberen mensen achter jouw standpunt te krijgen. Maar leg eerlijk je vragen voor aan je broeders en zusters. Niet alleen aan mensen van wie je weet dat ze er net zo over denken als jij, maar juist aan mensen van wie je weet dat ze er heel anders in staan. Heb je dát wel eens gedaan?

Mozes
In het oude testament gaf God de Heer al leiders aan zijn volk. Zij hadden als taak het volk voor te gaan in het dienen van de Heer. Een heel bekende leider die God gaf is Mozes. Door de hand van Mozes leidde God zijn volk uit Egypte.
Mozes stopt veel tijd in recht spreken over het volk. Na een advies van zijn schoonvader Jetro delegeert hij een groot deel van dit werk aan doortastende mannen uit het volk die hij de leiding geeft over groepen van duizend, van honderd, van vijftig en van tien. Zij stonden altijd klaar om recht over het volk te spreken. Moeilijke zaken legden ze aan Mozes voor, in eenvoudiger zaken deden ze zelf uitspraak (Exodus 18).
God rustte Mozes toe voor zijn werk door hem zijn heilige Geest te geven. Als het werk voor Mozes te zwaar wordt, dan draagt de Heer hem op zeventig oudsten aan te stellen. Zeventig mannen uit de opzichters van het volk. Die vult Hij ook met zijn Geest, zodat ze samen met Mozes de last van het volk kunnen dragen en hij dat niet alleen hoeft te doen. Mozes spreekt rond dat gebeuren zijn hartelijke verlangen uit: “Legde de HEER zijn Geest maar op heel het volk.” (Numeri 11,29).

wij
Die tijd waar Mozes naar uitzag, die is aangebroken: het is Pinksteren geweest! De verhoogde Heer Jezus heeft uit de hemel zijn heilige Geest aan zijn gemeente gegeven. Uitgestort zelfs. De Geest woont in de gemeente. Niet alleen in de leden van de kerkenraad, maar in de gemeente. God geeft ons aan elkaar om elkaar op te bouwen in ons geloof. Paulus zegt in Efeze 4,16: “Vanuit dat hoofd (Christus) krijgt het lichaam samenhang, en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden. Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde.”

naar de kerkenraad of de gemeente
Ik vraag me af of we deze waarheid uit Efeze 4,16 nog wel kennen. Wat komen er veel vragen en zorgen uit de gemeente rechtstreeks op de tafel van de kerkenraad. Dan weer een brief van die zuster, dan weer een mail van die broeder. Of dat gebeurt helemaal niet, maar intussen klagen we luid en dragen we onze bezorgdheid aan anderen over. Maar waar is die gemeente dan, die verbonden is aan haar Hoofd Christus, en waar zijn Geest woont?

kerngroep
Er zijn kerkenraden die als een gemeentelid een zorg of moeite heeft eerst vragen of zij daarmee al naar hun miniwijk of kerngroep geweest zijn. Is dat niet het geval, dan sturen ze hen terug: Ga eerst daar naar toe. Dit is een Bijbelse aanpak die helemaal past bij Matteus 18 en Efeze 4,16 en bij de inwoning van de Geest in de gemeente. Vraag het eerst in je kerngroep. Niet in je vriendengroep van gelijkgezinden. Daar word je alleen maar bevestigd in je gelijk. Nee, ga juist naar anderen toe. Zoek bewust iemand van wie je weet dat die er anders over denkt. Heb je dát wel eens gedaan? Weet je wat je dan laat zien? Dan laat je zien dat je bereid bent je te laten toetsen.

filter
Bent u bereid als u zorgen en moeiten hebt over de koers van de kerk, om u te laten toetsen? Of hebt u uw standpunt van tevoren zo vast ingenomen, dat het toch niet meer uitmaakt wat een ander er van zegt? God geeft ons aan elkaar om elkaar terecht te wijzen, hoop te geven, voor elkaar op te komen, en geduld te hebben met elkaar (1 Tessalonicenzen 5,14). Wat gebeurt er als we met onze zorgen en vragen eerst bij elkaar te rade gaan? Dan werkt de gemeente als een filter. In de werkelijke ontmoeting met onze broeders en zusters zal veel ruis wegvallen. De gemeente werkt zuiverend. Gods Woord en Geest zijn daarbij leidend (2 Timoteus 3,14-17). En zoals gezegd: Niet allereerst de kérkenraad heeft Gods Woord en Geest gekregen, maar wij samen als geméénte van Christus.

eerherstel van de gemeente
Eigenlijk pleit ik voor eerherstel van de gemeente. De kerkelijke weg is dat als je zaken hebt waar je met je kerkenraad niet uitkomt, dat je dan eerst visitatoren erbij roept, en zo nodig daarna verder gaat. Maar ik merk dat wij vaak een andere weg vergeten. Een hogere weg (vrij naar 1 Korinte 13). Dat is de weg van de vrijwillige toetsing in de gemeente. Als we ons weer voor elkaar open stellen, en bereid zijn om te beginnen in de eigen gemeente van elkaar te leren, dan geven we ruimte aan de heilige Geest om ons te leren daadwerkelijk gemeente te zijn. Dan voorkómen we ook dat alle zaken meteen naar de kerkenraad gaan. Dat zal ook een geweldige bijdrage zijn om te voldoen aan wat Hebreeën 13,17 zegt: “Zorg ervoor dat zij (uw leiders) hun taak met vreugde kunnen vervullen, zodat ze geen reden tot klagen hebben: dat zou u zeker niet ten goede komen.”

elkaar aanvaarden en vertrouwen
Om zo met elkaar om te gaan, daarvoor is nodig dat we elkaar kennen, aanvaarden en vertrouwen. Mag de Heer geven dat we daarom vragen en daarin groeien.

onwil
God de Heer heeft ons als gemeente aan elkaar gegeven. Maar niet iedereen wil die weg begaan. Er blijven gemeenteleden die weigeren zich te laten toetsen door de gemeente. Er blijven gemeenteleden die weigeren de weg naar visitatoren te gaan. Maar intussen maken ze wel overal bekend hoe bezorgd en bezwaard ze wel niet zijn. Het gonst ervan. Die houding is dubbel: je weigert de Bijbelse weg in te slaan, maar je blijft roepen: “De kerkenraad luistert niet”, “De gemeente wordt monddood gemaakt.”

luisteren
Denk eens na over het bovenstaande. Hoe zit het nu als jij weigert die weg te gaan? Word jij als gemeentelid dan niet serieus genomen? Nee, je neemt zélf de gemeente niet serieus! Word er naar jou niet geluisterd? Nee, je weigert zélf te luisteren! Neem je verantwoordelijkheid en zoek elkaar werkelijk weer op. In niet praten óver elkaar en tégen elkaar, maar mét elkaar.