Omgaan met veranderingen: Geef me de tijd om te wennen.

3 Geef me de tijd om te wennen.

wennen
Hebt u ook tijd nodig om aan dingen die anders dan anders gaan te wennen? De ene persoon zal hier meer tijd voor nodig hebben dan de andere. Veel mensen voelen zich thuis in het oude vertrouwde. Ze hechten er aan. Anderen genieten juist van uitdagingen en nieuwe dingen. Daar is niets mis mee.

wennen in de kerk
Maar hoe ga je daar nu mee om in de kerk? In twee vorige artikelen schreef ik over oneigenlijk gebruik van argumenten wanneer we moeite hebben met wennen aan veranderingen. Dat we zeggen: “Het is niet eerbiedig”, dus “Het is niet tot eer van God”, terwijl we bedoelen: “Ik vind het niet mooi” of “Ik moet er aan wennen”. Dat we zeggen: “Het is niet meer veilig in de kerk”, terwijl we bedoelen: “Ik voel me veilig in vertrouwde patronen”. Als in gesprekken helder wordt dat bepaalde veranderingen in de Bijbel helemaal niet verboden worden, dan hoor ik vervolgens vaak opmerkingen als: “Ik ben er niet tegen, en ik zeg niet dat het van de Bijbel niet mag, maar de veranderingen gaan mij veel te snel. Geef me meer tijd om te wennen.” Ik vind het wel jammer dat ik dan meestal niet de royale erkenning hoor van: “Ik dacht eerst dat God het niet wilde, maar ik heb dat verkeerd gezien”, maar dat ik een nieuw tegengeluid hoor. Die royale erkenning leek me gepaster.

stop nu even
Maar mogen mensen in de kerk niet de kans krijgen om te wennen? Daar ga ik in dit artikel op in. Stel dat u erg moet wennen aan veranderingen. Hebt u ook wel eens dat u denkt of zegt: “Er is in de kerk zoveel veranderd de laatste tien jaar, stop nu voorlopig even met veranderingen.” Of misschien zegt u wel: “We hebben als gemeente nu een aantal jaren extra rekening gehouden met de kinderen of de jongeren, nu zijn de ouderen aan de beurt.” Ik hoor ook wel eens: “De afgelopen vijf jaar is er veel veranderd, laten we dan de komende vijf jaar mensen die daar moeite mee hebben ter wille zijn en geen veranderingen doorvoeren.”

Als mensen tijd vragen om te wennen, en dus om kalm aan te doen met veranderingen, dan vraag ik wel eens hoeveel tijd ze nodig hebben. Dat kan een pijnlijke vraag zijn. Ik ontdek soms dat mensen die veranderingen eigenlijk helemáál niet willen. Dat ze het wennen gebruiken als nieuw argument om aan de rem te hangen. Dat de gemeente kan wachten tot sint juttemis voordat zij er aan toe zijn.

evenwicht
Maar laten we eens naar deze opmerking kijken: “De afgelopen vijf jaar is er veel veranderd, laten we dan de komende vijf jaar mensen die daar moeite mee hebben ter wille zijn en geen veranderingen doorvoeren.” Dat zou ik mensen die moeite hebben met wennen niet aan willen doen. Als je echt consequent deze manier van denken wilt volgen, dan komt er een heel ander verhaal uit. Misschien zijn er de laatste vijf jaar veel dingen veranderd in de kerk. Maar de tachtig jaar daarvoor niet. Als we zo’n soort evenwicht zoeken, dan moeten we als we consequent zijn zeggen: “Er is in tachtig jaar niets veranderd in de kerk, dan moet de tachtig jaar daarna alles op de kop.” Maar zo denken, dat is toch niet wat we willen?

groepen
Of denk aan de andere opmerking die ik boven noemde: “We hebben als gemeente nu een aantal jaren extra rekening gehouden met de kinderen of de jongeren, nu zijn de ouderen aan de beurt.” Maar gemeente zijn we niet in groepen, maar samen. En dat er de laatste jaren meer aandacht is voor kinderen en jongeren in de gemeente, dat is niet omdat zij nu toevallig aan de beurt waren. Maar dat is omdat we als kerken onze opdracht om onze kinderen naar Jezus Christus te leiden concreter invullen. Als we als ouderen zeggen: “Nu zijn wij weer aan de beurt”, dan vergeten we dat de jongeren lange tijd ondergeschoven kinderen waren. Aandacht voor kinderen en jongeren komt ook niet in plaats van aandacht voor ouderen. Zo kan het voelen als het nieuw is. Maar leert Jezus ons allen niet te geloven als een kind? Het niveau van volwassenen daar kunnen kinderen vaak niet bij. Maar ouderen kunnen wel met de kinderen mee leren als er een deel van de dienst speciaal gericht is op de kinderen. Als je de leerhouding van een kind hebt.

gelijke behandeling
Soms kom ik als argument tegen veranderingen tegen dat ouders zeggen: “Onze oudste kinderen hebben zulke dingen niet gekend, dan mogen onze jongste kinderen er ook niet aan meedoen. Wij willen onze kinderen op gelijke manier behandelen.” Maar als je een goede stap verder komt met iets dat Bijbels verantwoord en goed is, wees dan blij en maak er gebruik van. Maak je jongere kinderen niet de dupe van jouw halsstarrigheid. Zij kunnen er niets aan doen dat jij er vroeger anders over dacht. Als er een nieuw medicijn ontwikkeld is, dan zeg je toch ook niet: “De oudsten hebben dat niet gebruikt, nu mogen de jongsten dat ook niet.”?

Geef me de tijd om te wennen. (vervolg)

Moet alles maar?
Maar als de Bijbel dingen goedvindt, of zelfs opdraagt, moet de kerk dat allemaal maar doen dan? Hebben we als gemeente geen verantwoordelijkheid voor broeders en zusters die aan dingen moeten wennen? Het is belangrijk om hier goed de verantwoordelijkheden te zien. Een kerkenraad is in het leiding geven aan de gemeente verantwoordelijk om de koers van Christus te varen. We moeten en willen God meer gehoorzaam zijn dan mensen. Als het van God mag, dan mag het van de kerk ook.

verantwoordelijkheid
Maar wat moeten we dan met gemeenteleden die er moeite mee hebben, omdat ze er niet aan gewend zijn? Hier is het belangrijk om te zien: Dat zij er aan moeten wennen, dat is hun verantwoordelijkheid. Zij zullen daar zelf mee moeten leren omgaan.

Geef elkaar de ruimte om te wennen.
Belangrijk is dat we elkaar daarin ook de ruimte geven. Want het blijft staan dat wij voor wennen vaak tijd nodig hebben. Láten we elkaar daar de ruimte voor geven! Wil iemand nog niet meezingen uit het Liedboek of de bundel Opwekking? Gun hem de tijd om er aan te wennen. Ga elkaar daar dan niet op aankijken. Als een ander niet meezingt, heb dan niet meteen je oordeel klaar. Er kunnen trouwens ook heel andere redenen aan ten grondslag liggen dat iemand niet meezingt! En mocht iemand na jaren nog steeds zijn mond houden bij bepaalde liederen, dan zou je op een gegeven moment, als je in gesprekken ontdekt dat hij er niet aan wil leren wennen, best kunnen vragen of hij niet denkt dat hij door te zwijgen God de eer niet onthoudt. En als het over uzelf gaat: denk ook eens na over de vraag wat voor signaal u afgeeft aan uw (klein)kinderen. Bent u opbouwend bezig voor hun geloof als u niet meezingt?

Het draait in de kerk niet om mensen.
Is het niet hard om de verantwoordelijkheid hierin bij de gemeenteleden zelf te laten liggen?
Het kan hard klinken, maar het is gewoon goed omgaan met verantwoordelijkheden. [noot: Zie voor een goede bijdrage over verantwoordelijkheden: CLOUD,HENRY. 4 Stappen naar een sterke identiteit. Coconut, Almere. 2009. hoofdstuk 14-16.] Stel je voor dat het de verantwoordelijkheid van de kerk is, dat zij rekening houdt met het wennen van mensen aan veranderingen. Wat gebeurt er dan? Dan wordt de kerk een kerk waarin het draait om mensen! Want als ik ergens aan wennen moet, dat is heel persoonlijk. Hoeveel tijd ik daarin nodig heb ook. Iedereen is daarin anders. Als je daar overal rekening mee moet houden, dan blijft alles draaien om wat mensen willen. Vaak trekken de grootste schreeuwers daarbij aan het langste eind. “Als jullie dit doen, dan blijf ik weg”. “Als jullie dat invoeren, dan onttrek ik mij.” Maar op die manier gedragen we ons niet meer als gemeente van Christus. We zijn een bange groep geworden, die het mensen naar de zin probeert te maken.

Stel dat we als kerkenraad en gemeente verantwoordelijk zijn voor het wennen van gemeenteleden aan vernieuwingen. Zijn we dan alleen verantwoordelijk voor mensen die alles te snel vinden gaan? Nee, dan ook voor mensen die alles te langzaam vinden gaan. Waarom wel rekening houden met de één en niet met de ander? Maar de één zegt: “Voor mij gaat het veel te snel, we zijn nog lang niet toe aan het zingen van deze liederen.” De ander zegt: “Deze liederen zijn ons nu al zo lang onthouden, nu moeten we flink de schade inhalen.” Ik zie niet in waarom het ene argument meer kracht heeft dan het andere.

ieder een beetje
Sommige kerken lossen dat zo op, dat ze proberen iedereen een beetje te geven. We zingen bijvoorbeeld én Opwekking én oude berijming. Maar we zijn niet kerk om het mensen naar de zin te maken. We zijn gemeente van Jezus Christus. Maar zegt de Bijbel niet dat we rekening moeten houden met de zwakken (Romeinen 14-15)? Weet u: Mensen die schreeuwen, dreigen en weglopen die zijn helemaal niet zwak. Dus bij die zwakken uit Romeinen 14-15 gaat het in elk geval niet over hen.

onveilig klimaat
Gemeenteleden zijn zelf verantwoordelijk voor het wennen aan vernieuwingen. Als een kerkenraad zich daar verantwoordelijk voor maakt, dan schept hij een klimaat in de gemeente waarin mensen macht ruiken en gaan gebruiken. Om toch maar hun zin te krijgen. Om nog even terug te denken aan het vorige artikel over veiligheid: dan wordt het pas echt onveilig in de kerk!

Christus is Heer!
De enige remedie hiertegen is dat we met elkaar als gemeente helder hebben: Als het van God mag, dan mag het van de kerk ook. [noot: Vgl. LUITEN,ds.Bas, Kerkcultuur. In: De Reformatie, jaargang 82 nummer 25, blz.439] De enige Heer en Meester in de gemeente dat is Jezus Christus. We laten ons niet leiden door mensen, maar door de heilige Geest. Alleen dan kan de druk wijken van persoonlijke smaken en voorkeuren. Dan hoeven we elkaar niet meer aan te vliegen, met de kans dat we door elkaar verslonden worden (Galaten 5,15). Laten we Jezus Christus, de Waarheid, liefhebben en niet doen als mensen die verwend zijn (2 Timoteus 4,3).