Omgaan met veranderingen: Het is wel een eredienst.

5 Het is wel een eredienst!

veranderingen in de kerk
In een aantal artikelen hebben we gekeken naar veranderingen in de kerk. Vaak wordt daarbij vooral gekeken naar de kerkdienst. Dat is jammer, want de Heer wil Heer zijn van ons hele leven. Toch hebben we gekeken naar onze reactie op veranderingen in de kerkdiensten, omdat daar best het een en ander aan vertekende beelden uit de weg te ruimen is. In dit artikel kijken we naar de kerkdienst zelf. Veel mensen hebben geen moeite met allerlei veranderingen op zichzelf, maar wel als die veranderingen plaatsvinden in de kerkdienst. “Het is wel een eredienst”, hoor ik meer dan eens.

eredienst
De kerkenraad belegt een kerkdienst. Hij roept de mensen naar de kerk te komen om samen God de Heer te ontmoeten. In zo’n kerkdienst willen we God de eer geven. Een kerkdienst wordt ook wel eredienst genoemd. In de Bijbel lezen we voor het eerst van iets dat in die richting wijst in Genesis 4,26: In de dagen van Enos, de zoon van Set, begon men de naam van de Heer aan te roepen. De eer van God, dat heeft te maken met eerbied. Daar heb ik in mijn eerste artikel over geschreven.

Het past niet in de eredienst.
In de opmerking ‘het is wel een eredienst’ ligt de suggestie: Zulke dingen mogen wel buiten de kerkdienst, maar horen niet in de kerkdienst. Denk bij ‘zulke dingen’ niet aan profane dingen, maar aan activiteiten waarmee we God de Heer willen eren. Bijvoorbeeld begeleiding van liederen door een band, het inzetten van een zangkoor, speciale aandacht voor de kinderen, liederen zingen uit liedbundels die populair zijn uit het evangelisatiewerk of onder ouderen. En dan zeggen we: “Daar is niks mis mee, maar dat past niet in een eredienst.” Dat punt, daar kijk ik met u naar.

God is heilig.
Dit onderwerp heeft te maken met het thema heiligheid. God de Heer is heilig. Hij is helemaal zuiver en puur. Hij onderscheidt zich van alles en iedereen. Dat is omdat Hij de Schepper is en wij zijn schepselen zijn. Het is ook omdat Hij alleen zuiver en goed is, en wij, na onze opstand tegen Hem, uit onszelf alleen maar slecht (Romeinen 3,23). Geen mens kan uit zichzelf God onder ogen komen. De Bijbel zegt: Wie God ziet, die moet sterven (Richteren 13,22; Jesaja 6,5-6; Openbaring 1,17). [noot: zie over heiligheid: NOORDERGRAAF,A., e.a. (red.). Woordenboek voor bijbellezers. Boekencentrum, Zoetermeer. 2005. blz.259 e.v.]

Gods verbond: ontmoeting met de Heilige
De heilige God wil met ons omgaan in zijn verbond met ons. Dat hebben wij niet verdiend, het is om zijn onverdiende goedheid. Als de Heer mensen verlost, dan zet Hij ze bij elkaar in een gezin. Hij verbindt ze aan Hem, en dan ook aan elkaar. Hij wil dat ze samenkomen rondom Hem en zijn Woord. Hij wil bij hen wonen en hen ontmoeten. In het oude testament was dat samenkomen aanvankelijk in de tabernakel, later in de tempel. Hij wil dat ze elkaar opbouwen in het geloof, en dat ze anderen proberen te winnen voor Hem.

oude testament
Over de ontmoeting bij de tabernakel lezen we in Exodus 29,43: “Daar zal ik de Israëlieten ontmoeten en die plaats zal door mijn aanwezigheid worden geheiligd.” We lezen in het oude testament van heilige plaatsen, heilige personen, heilige handelingen en heilige tijden. Speciaal gewijd voor de dienst aan de Heer. De strekking daarvan is niet dat God mensen steeds meer uit de samenleving wil halen en uit hun dagelijkse contacten en bezigheden. Integendeel: Hij wil zijn volk zelf ook heiligen. Hij zegt zelf: “Ik ben de HEER, jullie God. Jullie moeten heilig zijn. Wees heilig, want ik ben heilig.” (Leviticus 11,44-45) De Heer wil zijn volk vanuit de ontmoeting met Hem hun dagelijkse leven insturen. Om wat ze van Hem kregen daar door te geven. Gods uiteindelijke doel is dat álles staat onder het stempel van zijn heiligheid. Zacharia 14,20-21 spreekt daarvan: “Zelfs op de bellen van de paarden zal gegraveerd staan: ‘Aan de HEER gewijd’… Alle kookpotten in Jeruzalem en Juda zullen aan de HEER van de hemelse machten gewijd zijn.”

nieuwe testament
Als de Heer Jezus komt brengt God een nieuwe tijd. De gewijde priesters van het oude testament zijn niet meer nodig: Jezus Christus heeft zijn unieke offer gebracht (Hebreeën 9,26). De heilige plaatsen uit het oude testament zijn niet meer nodig. Jezus zegt in Johannes 4,23: “Er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, hem aanbidt in Geest en in waarheid.” De heilige tijden van het oude verbond zijn schaduwen van wat komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is (Kolossenzen 2,17).

Met de komst van Jezus Christus en zijn werk op aarde heeft het heilige niet plaats gemaakt voor het profane. God zegt nog steeds: “Wees heilig, want ik ben heilig.” (1 Petrus 1,16). De mensen die in Jezus Christus geloven zijn met hun kinderen in Christus geheiligd. Zo worden ze in de brieven van de apostelen vaak ook aangesproken: ‘aan de heiligen’. Tegelijk moeten ze steeds meer heilig worden, oftewel worden wie ze zijn: ze zijn geroepen heiligen (1 Korinte 1,2). In die heiliging gaat het over God de Heer die door zijn heilige Geest steeds meer hun hele leven doortrekt.

Het is wel een eredienst! (vervolg)

Het is wel een eredienst.
Nu ga ik terug naar de opmerking: “Dat mag niet in de kerkdienst, want het is wel een eredienst.” Ik krijg de indruk dat wij soms denken: ‘Hoe dichter bij de Heer, hoe minder er mag.’ Dan gaat het niet over kwalijke dingen, maar over de manier waarop we God eren. Volgens mij klopt het argument ‘het is wel een eredienst’ als middel om veranderingen in de kerkdienst tegen te houden niet.

God de Heer onder ogen komen
Wij kunnen niet zomaar de Heer onder ogen komen. Toen de Heer bij zijn volk woonde tijdens hun reis door de woestijn waren er hoge witte doeken om het terrein waar de tabernakel stond. Daarbinnen mochten de Israëlieten komen met hun offers. Maar in het heilige mochten alleen de priesters komen, en in het allerheiligste alleen de hogepriester, en dat maar één keer per jaar. Maar die afbakening die is door het werk van de Heer Jezus opgeheven. Wij kunnen niet zomaar de Heer onder ogen komen. Maar door het bloed van Jezus wel! Toen Hij stierf scheurde het tempelgordijn van boven naar beneden. Hebreeën 10,19 zegt dat we dankzij het bloed van Jezus zonder schroom kunnen binnengaan in het heiligdom. En Hebreeën 10,22 roept ons op om dan ook metterdaad tot God te naderen, met een oprecht hart en een vast geloof. Ik ga ervan uit dat in de activiteiten die ik bovenaan noemde om God te eren mensen komen met een oprecht hart en een vast geloof.

heiliging als uitbreidende beweging
Als we zeggen dat sommige dingen van ons eren van God wel mogen buiten de kerkdienst, maar niet in de kerkdienst, dan maken we een terugtrekkende beweging. Dingen die in het dagelijkse eren van God wel mogen, die mogen in de kerkdienst niet. Maar in de Bijbel is de beweging juist andersom: zoals God je heiligt in de ontmoeting met Hem in zijn huis, zo wil Hij je ook heiligen in de rest van je leven. De beweging die we in de Bijbel aantreffen bij heiligheid is geen inperkende beweging, maar een uitbreidende beweging: we zijn geroepen heiligen, ons hele leven moet steeds meer doortrokken worden van de heilige God. Als wij elementen uit ons eren van God willen weren uit de kerkdienst, omdat we daar de heilige God ontmoeten, dan vergeten we de beweging die de Bijbel ons laat zien bij heiligheid. Die beweging is niet ‘naar minder’, maar ‘naar meer’. Heiliging is niet: er blijft steeds minder over dat mag op een steeds kleinere plek, maar: laat het hele leven meer en meer doortrokken worden door God de Heer en zijn Geest en Woord. Van minder naar meer. Die oproep tot heiliging krijgt nog meer klem door de uitstorting van de heilige Geest. Beseffen we wel dat we leven in de tijd van de Geest en de Heer?

gevoel en ervaring
Ik heb uit gesprekken hierover de indruk dat veel mensen ook moeite hebben met veranderingen in de kerkdienst omdat gevoel en ervaring daarin vaak een rol spelen. Nadruk op gevoel en ervaring wordt vaak als bedreigend ervaren. Zetten we onszelf daarmee niet centraal, in plaats van de Heer? Hoe vaak ik niet gehoord heb “Het geloof is uit het horen.” (Romeinen 10,17). Alsof Paulus daar zegt dat we het bij geloven of in de kerk alleen moeten hebben van onze oren. Het gaat Paulus niet om onze oren als enige zintuig waarlangs we tot geloof kunnen komen of een sterker geloof kunnen krijgen. Het gaat Paulus er om dat wie Gods Woord hoort ook metterdaad gehoor moet geven. Dat God zijn goede nieuws ook langs andere zintuigen bij ons binnen kan brengen laat de Heer Jezus duidelijk zien in zijn onderwijs. Juist bij Gods Zoon vinden we een overvloed aan aanschouwelijk onderwijs. Bij zijn eerste wonder (toen Hij bij de bruiloft in Kana water veranderde in wijn) liet Hij het zelfs proeven. Bij de avondmaalstafel laat God ons zijn evangelie ook zien en voelen en proeven.

Als de heilige God ons wil ontmoeten zal Hij geen zintuig overslaan dat Hij zelf heeft gemaakt. En als Hij maakt dat wij ook in de liefde die we van Hem kregen Hem gaan zoeken en ontmoeten (niet ons gevoel, maar Hem!) dan wil Hij ons helemaal, met al onze zintuigen in die ontmoeting laten proeven hoe goed Hij is.

mens zijn
Dit raakt ook aan ons mens zijn. Als de heilige God in ons leven komt, dan schakelt Hij ons niet steeds meer uit, maar Hij schakelt ons steeds meer in met wat we van Hem hebben gekregen. Ook onze zintuigen. Ook de gaven die we van Hem hebben gekregen. Ook muzikale gaven die ingezet worden tot eer van de Heer.

God brengt door zijn heilige Geest ons steeds meer aan het licht, zoals Hij ons gemaakt heeft. Paulus zegt in 2 Korinte 3,18: “Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van zijn beeld worden veranderd.” Meer en meer gaan lijken op Jezus. De Heer Jezus is de mens bij uitstek. In Hem zie je hoe God de mens bedoeld heeft. Bij God worden we niet minder mens, maar meer mens. Maar dat is dan ook zo in de kerkdienst. God vraagt niet dat wij onze menselijkheid, gaven, gevoelens en verlangen om Hem te eren uitschakelen in de ontmoeting met Hem, Hij wil ze juist helemaal uit de verf laten komen.

God is dezelfde
Zo gaat God met ons om. Niet alleen buiten de kerkdienst, maar ook in de kerkdienst. Hij is binnen de kerkdienst niet anders dan daarbuiten. Hij is binnen de kerkdienst niet heiliger dan daarbuiten. Als dingen in de kerkdienst niet passen bij Hem, dan daarbuiten ook niet. Als de manier waarop we Hem prijzen buiten de kerkdienst wel bij Hem past, dan daarbinnen ook. God is geen mens dat Hij zou veranderen. Jakobus 1,17 zegt: “Bij hem is nooit enige verandering of duisternis waar te nemen.”

dubbelleven
Als wij onderscheid maken tussen ons eren van God in de kerkdienst en daarbuiten, dan lopen we het gevaar dat wij een dubbelleven gaan leiden. Alsof God in de kerkdienst anders is dan daarbuiten. Alsof wij buiten de kerkdienst met minder heilig toe kunnen dan daarbinnen. Maar de Heer wil ons hele leven bevrijden tot hartelijke dienst aan Hem.