Uit de regio Gelderland/Flevopolders:
En opeens was alles anders: Een gevaarlijk virus gaat rond. Veel mensen zijn extra kwetsbaar. In verzorgingshuizen is bezoek verboden. Wat de scholen betreft: leerlingen hebben nog wel les, maar niet meer op school zelf. Kerkdiensten zijn afgelast. In elk geval tot de meivakantie. We kunnen niet meer samen in de kerk Goede Vrijdag, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren vieren. Veel winkels zijn gesloten. Natuurgebieden zitten op slot.
En u zit thuis. Of op uw kamer in het verzorgingshuis of op zelfstandig wonen. Hoe ervaart u deze tijd?
Ik voel me soms verdrietig. Ik mis het contact van oog tot oog. De gangen van De Gelderhorst en de ontmoetingen elders. Elkaar tegenkomen, even zwaaien of even een praatje maken, en de bezoeken zelf. Of even koffie drinken in het restaurant. Onze grapjes en onze kuren. Gewoon omdat je zo mooi bent zoals je bent.
Ik mis ook het samenkomen in de kerkdiensten. Dovendiensten, gecombineerde diensten. Ook de diensten van de kerk waar ik bij hoor. In Kampen. Op weg naar de supermarkt kom ik langs ons kerkgebouw. In het kerkgebouw is geen mens. Ook op zondag niet. Gelukkig hebben we livestream. We zijn aan elkaar verbonden. Maar het fysieke samenzijn, dat mis ik toch meer dan ik dacht.
Het nieuws volg ik niet meer ieder moment. Er komt zoveel nieuws op me af. En alles gaat zo snel. Gelukkig lijkt het aantal besmettingen langzaam af te nemen. Maar zijn er wel genoeg bedden op de IC? En hoelang gaat dit allemaal duren? Ik denk opeens aan een Bijbelvers. Matteus 6,34: “Maak je geen zorgen over morgen. Bewaar die zorgen maar voor morgen. Je hebt het al moeilijk genoeg met vandaag.”
Hm, dat is waar. Ik zucht een keer diep. Zo’n Bijbelwoord geeft me ruimte. Aan één kant: het aantal IC bedden moet omhoog. Maar de mensen die dat regelen doen ontzettend hun best om meer IC plekken te maken. Mijn zorgen kunnen dat proces niet versnellen of vertragen. En als ik straks misschien een plek op de IC nodig heb, en er is geen plek meer voor mij? Wat dan? Dat is natuurlijk de grootste angst. Maar ook dan zal God er zijn en voor me zorgen. Bij Hem ben ik toch veilig dwars door alles heen? “De Heer beschermt je, overal, waar je ook gaat, tot in eeuwigheid!”
En buiten bloeit de kievitsbloem. De blauwe druifjes zijn als ik dit stukje schrijf op hun mooist. Gele viooltjes geven de border kleur. De knoppen van de krentenboompjes barsten bijna open. En (ik kweek vlinders): het eerste oranjetipje is net uitgekomen. De seizoenen gaan door. Totdat Jezus komt.
Kees Smit
30 maart 2020