Lezen: 1 Timoteüs 6:6-19
Dan zal ik de winterverblijven en de zomerverblijven verwoesten, de ivoren paleizen zullen verloren gaan, en vele huizen zullen worden vernietigd – spreekt de HEER. Amos 3:15
Hoe ziet jouw huis er uit? Misschien woon je wel in een mooi kasteeltje. Als ik het zo even mag noemen. Alles even mooi. Alle kleuren op elkaar afgestemd. Wat niet meer past, vervangen we door iets nieuws. Of doe je dat niet meer na de kredietcrisis?
In Amos’ tijd was er economisch gezien een tijd van bloei. In Betel (huis van God betekent dat) staan prachtige huizen van mensen. Vroeger konden alleen koningen en vorsten zich dat veroorloven. Twee huizen bijvoorbeeld. De zomer- en de winterresidentie van de koning. Maar onder Jerobeam de Tweede konden ook andere mensen zich dat permitteren. Er waren huizen rijk versierd met ivoor. Er waren veel of grote huizen. Imposante huizen. Maar al die huizen gaan er aan. Ze zullen worden vernietigd.
Die vernietiging heeft te maken met sociaal onrecht in Israël. Mensen verrijkten zich ten koste van anderen. De armen werden uitgebuit. Een Micha-campagne kenden ze nog niet.
Hoe ziet jouw huis er uit? Vertelt jouw huis iets over je rijkdom? Of over je armoede? Maar wat in jouw leven vertelt over je rijk zijn in het geven en delen? Heb je al je geld nodig om je dure huis te kunnen betalen? Waarom woon je niet goedkoper dan? Heb je al je tijd ervoor nodig als werkende man en vrouw? Maar worden jij en je naasten daar gelukkig van?
Hoe ziet jouw huis er uit?