Amos 4,4-5

Lezen: Amos 4:1-5
Kom naar Betel en zondig er maar, kom naar Gilgal en zondig daar nog meer… Want zo willen jullie het toch, Israëlieten? Amos 4:4-5

Is dat wel eens tegen jou gezegd? “Als je dan jezelf de vernieling in wilt jagen, doe dat dan.” Misschien ben je aan de drugs. Je ouders, broers en zussen hebben wanhopig geprobeerd je ervan af te houden. Maar jij ging door. Je maakt jezelf kapot. Als je als ouder je kind zichzelf kapot ziet maken, dan word je boos. Je wilt dat je kind zichzelf heel laat. Misschien heb je in je woede uit liefde als ouder ook wel eens gezegd: “Neem je coke dan maar. Maak jezelf maar kapot.”
Als je zoiets hoort, hoe reageer je er dan op? Denk je ‘Yes, het mag!’? En leg je hun woorden uit als overgave, dat ze zich eindelijk niet meer zullen verzetten? Of zie je hun hart achter wat ze tegen je zeggen? Hun pijn en hun verdriet? Ben je bereid om eerlijk in de spiegel te kijken wat je jezelf aan het aandoen bent? Maak je weer ruimte voor je diepste verlangen, namelijk om te leven? Waarvoor je gemaakt bent?
Laat het duidelijk zijn wat de HEER bedoelt als Hij zijn volk oproept om te gaan zondigen. Hij laat zien hoe ze zichzelf kapot maken. Dat is waar zij voor kiezen. Maar de HEER roept tot een andere keus: “Zoek het goede, niet het kwade. Dan zullen jullie leven.” (Amos 5:14)
Vind je drugs te ver van je af staan? Lees daar dan maar nicotine.