Lezen: Genesis 9:20-27 en Marcus 2:13-17
Zijn jullie voor mij soms meer dan de Nubiërs, Israël? Amos 9:7
Hoe denk jij en praat jij over buitenlanders? Vind jij jezelf heel wat meer? Hoe kijk jij aan tegen andere gelovigen? Doe jij het beter? Israël in de tijd van Amos zag zichzelf als belangrijker dan de Nubiërs. In het Hebreeuws staat hier ‘Kusjim’. Waarschijnlijk moeten we hier denken aan de afstammelingen van Kus of Kusj. Kus is de zoon van Cham. Cham is de zoon van Noach. Maar bedenk wel: Dat is Cham die door zijn vader vervloekt is. Tegenover hem staat zijn broer Sem die door Noach gezegend is. De Israëlieten stammen af van Sem.
En nu waagt de HEER het om zijn gezegende volk gelijk te stellen aan de zoon van de vervloekte Cham. Zou God dan toch zijn verbond vergeten? Zo kennen we Hem toch niet?
De HEER vergeet zijn verbond niet. Maar zijn verbond is een verbond van onverdiende cadeaus. Zijn volk is van zichzelf niets beter dan de andere volken. Sem heeft evenmin de zegen verdiend als Cham. De HEER wil niet jouw God zijn om wat jij hebt of bent of kunt, of wat anderen van jou vinden. Hij komt met ook voor jou onverdiende liefde. Wil je dat wel erkennen? Ook Jezus wees daar op. “Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel; ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.” Praat er eens over door wat dat met Amos 9:7 te maken heeft. En met jullie zelf.