Genesis 5,1-3
Beeld van God
1 Dit is de lijst van Adams nakomelingen. Toen God Adam schiep, maakte Hij hem zo dat hij leek op God. 2 Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij de mensen. Toen Hij hen geschapen had, zegende Hij hen en noemde hen mens. 3 Toen Adam 130 jaar was, verwekte hij een zoon die op hem leek, die zijn evenbeeld was. Hij noemde hem Set.
Toen God Adam schiep, maakte Hij hem zo dat hij leek op God. Adam was met zijn wil helemaal afgestemd op God. Maar Adam is bij God vandaan gelopen. Uit zijn mooie eigenschappen vandaan. De gevolgen daarvan werken door in zijn nageslacht: Toen Adam 130 jaar was verwekte hij een zoon die op hem leek, die zijn evenbeeld was. Adams zoon was het beeld van Adam. Aan één kant is dat het beeld van Adam die geschapen is naar Gods beeld. Aan de andere kant is dat het beeld van Adam die tegen God in opstand is gekomen.
Het is waar dat Adam en Set, en later Enos, God dienden. In tegensteling tot Ezau en de nakomelingen van Ezau. Maar na de opstand van Adam zit verzet tegen God alle mensen in het bloed.
Uit onszelf willen we God niet. Wie zal ons uit die houding van verzet en afkeer bevrijden? Daarvoor is een tweede Adam nodig. Een nieuwe mens die graag, met hart en ziel, doet wat God zegt. Een nieuwe mens die God weer zuiver weerspiegelt.
Het goede nieuws is: Adam en Eva krijgen kinderen en kleinkinderen. De lijn van de geslachten gaat door. Uit hun nageslacht zal uiteindelijk die ene Mens geboren worden die de Redder van de wereld is.
Die tweede Adam is gekomen. Het is Gods Zoon. Hij werd mens. Zijn naam is Jezus. Dat betekent: God de Heer redt. God wil ook jou en mij zo maken dat wij weer lijken op God. Dat kan als wij Jezus toelaten in ons hart en ons leven. Alleen Hij kan ons laten stralen als mens en evenbeeld van God.