Dag rust!
Marcus 6,32-34
Ze voeren met de boot naar een afgelegen plaats, om daar alleen te kunnen zijn. Maar hun vertrek werd opgemerkt en velen hoorden ervan, en uit alle steden haastten de mensen zich over land naar die plaats en kwamen er nog eerder aan dan Jezus en de apostelen. Toen hij uit de boot stapte, zag hij een grote menigte en voelde medelijden met hen, omdat ze leken op schapen zonder herder, en hij onderwees hen langdurig.
Eindelijk: vakantie! Je hebt er naar uitgezien. Je bent er echt aan toe. Eindelijk rust. Even mijn hoofd leegmaken. Misschien even geen mensen om je heen. Maar dan krijg je bericht dat er een noodsituatie is op je werk. Jij moet invallen. Zeg maar dag vakantie. Dag rust!
Jezus’ leerlingen varen met Jezus mee naar een afgelegen plaats om daar alleen te kunnen zijn. Na hun reis vol belevenissen. En uit de drukte van de mensenmenigte die bij Jezus was. Maar als ze aankomen op de eenzame plek krioelt het van de mensen.
Hoe reageer je dan? Marcus zoomt niet in op het denken, voelen en handelen van de leerlingen, maar op dat van Jezus zelf. Jezus ziet de mensen niet als lastposten die zijn eetlust en zijn verlangen naar rust verstoren. Jezus ziet hoe zij er aan toe zijn en wat zij nodig hebben. Hij ziet hún diepe verlangens naar voeding en rust. Jezus is gekomen als de goede Herder. Niet om zelf gevoed te worden en op zijn lauweren te rusten. Wel om mensen te voeden en echte rust te geven. Ook in hun tekorten, worstelingen, aanvechtingen en strijd.
Als jij pastor-herder bent, leidinggevende in een kerk, hoe sta jij dan in je werk? Ben je er voor jouzelf? Moeten de mensen bijdragen aan jouw eten en drinken en rust? Als zij jou maar betalen? Heb je alleen oog voor jouw eigen behoeften? Of gaat het jou om hen? Kijk je door Gods ogen naar hen? Zie je hun diepste verlangens en leid je hen naar wat God voor hén heeft klaargelegd?