De wereld vergaat? (Marcus 13,5-8)

De wereld vergaat?
Marcus 13,5-8
Jezus antwoordde: ‘Pas op dat niemand jullie misleidt. Want er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zich voor mij zullen uitgeven, en ze zullen veel mensen misleiden. Als jullie berichten horen over oorlog en oorlogsdreiging, wees dan niet verontrust. Die dingen moeten gebeuren, maar daarmee is het einde nog niet gekomen. Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk zal de strijd aanbinden met het andere, overal zullen er aardbevingen en hongersnoden zijn: dat is het begin van de weeën.

Houd jij je wel eens bezig met het wereldeinde? Misschien heb je genoeg drukte aan andere dingen. School, werk, gezin, vrienden, gezondheid of beperkingen in gezondheid. Of ben jij iemand die juist erg bezig is met het wereldeinde? Stel je voor: op veel plaatsen is er oorlog. Op andere plekken dreigt oorlog: de spanning is te snijden. Er zijn aardbevingen en andere natuurrampen. Als je daar midden in zit denk je misschien wel dat de wereld vergaat.

Stel dat de aarde vergaat. Of de kosmos. Ben je daar bang voor? Of zie je er naar uit? Hoe kun je daar naar uitzien? Nou, God heeft een nieuwe aarde beloofd. Een aarde waar geen oorlogen, terreur en rampen meer zijn. Zou je daar niet naar verlangen? Daar willen wonen? Aan dat laatste moet je denken bij dit Bijbelgedeelte.

Jezus’ leerlingen verwachten een nieuw tijdperk. Een tijd waarin Jezus als Messias en Koning zal heersen. Een tijd van vrede en recht. Dat verlangen is goed. Maar Jezus zegt: “Pas op dat niemand jullie misleidt.” Er zullen mensen komen zeggen: “Kijk eens naar oorlogen aardbevingen en hongersnoden, nu komt het einde van de wereld!” Maar Jezus zegt: “Als je zulke dingen hoort, wees dan niet verontrust.” Eigenlijk staat er: “Raak niet in een staat van opwinding.”

Af en toe heb je groepjes mensen die al hun functies opzeggen: hun baan, hun taken in de familie, hun vrijwilligerswerk. Ze maken zich helemaal los, ze klitten samen, en ze wachten het wereldeinde af. Jezus zegt dat zijn leerlingen daar niet aan mee moeten doen. Die oorlogen, aardbevingen en hongersnoden zijn nog maar het begin.