Genesis 8,13-19
Een nieuw begin
13 In het zeshonderdeerste jaar, op de eerste dag van de eerste maand, was het water van de aarde verdwenen. Noach maakte het dak van de ark open en keek rond – de aarde was drooggevallen. 14 Op de zevenentwintigste dag van de tweede maand was de aarde droog. 15 Toen zei God tegen Noach: 16 ‘Ga de ark uit, samen met je vrouw, je zonen en de vrouwen van je zonen. 17 Laat ook alle dieren die bij je zijn naar buiten gaan: vogels, vee en alles wat op de aarde rondkruipt. Ze moeten vruchtbaar zijn en talrijk worden, en zich over de hele aarde verspreiden.’ 18 Hierop ging Noach naar buiten, samen met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen. 19 Ook alle dieren gingen de ark uit, soort bij soort, alle vogels, en alles wat op de aarde rondkruipt.
Door een opening in het dak van de ark kijkt Noach rond: De aarde is drooggevallen.
Wat zie ja na zo’n natuurramp? Ik zou denken: Overal is verwoesting. Alles is doods en leeg. Maar in de tijd dat het water zakte heeft God op aarde weer bomen en struiken laten groeien. Als Noach en zijn gezin en de dieren uit de ark gaan, dan komen ze niet in een kale doodse vlakte, zoals de aarde was in het begin van de schepping. God is al weer begonnen met herscheppen. Eerst maakt Hij de aarde bewoonbaar. Vervolgens kunnen mens en dier daar weer leven. Net als bij de schepping.
Noach zet na de zondvloed de eerste stap op de aarde. Een kleine stap voor de mens, een grote sprong voor de mensheid. Alsof je een nieuwe planeet betreedt. Het is dezelfde aarde. Grondig gereinigd. Maar het is nog niet de nieuwe aarde die in de toekomst komen gaat. Toch maakt God echt een nieuw begin. En net als bij de schepping geeft Hij de opdracht om vruchtbaar te zijn en talrijk te worden, en om de hele aarde te bevolken. Dat geldt voor mens en dier.
De vruchtbaarheid van mens en dier is niet aangetast. God zegt: “Ik wil met jullie verder. Welkom op aarde. Leef, groei en bloei!” Een voor een, of per paar, gaan ze de ark uit. Soort bij soort. Het hernieuwde leven op aarde tegemoet. Als je dat tot je laat doordringen, dan besef je: Het hoofdthema van Genesis 6-8 is niet ‘de ondergang van de aarde’, maar ‘hoop voor de aarde’.