een wig drijven (Marcus 10,1-2)

een wig drijven
Marcus 10,1-2
Hij vertrok uit Kafarnaüm naar Judea en het gebied aan de overkant van de Jordaan, en de mensen verzamelden zich weer in groten getale om hem heen; hij onderwees hen zoals hij gewoon was te doen. Er kwamen ook farizeeën op hem af. Ze vroegen hem of een man zijn vrouw mag verstoten. Zo wilden ze hem op de proef stellen.

Als je getrouwd bent dan ben je in de echt verbonden zoals dat heet. In Nederland kan die echtverbintenis ook weer ontbonden worden. Door een echtscheiding. Een echtscheiding moet je via een advocaat aanvragen bij de rechtbank.

In de tijd dat Jezus als mens op aarde is kenden de Joden ook de wettelijke mogelijkheid om te scheiden. Er waren wel discussies tussen verschillende leerscholen over de vraag wanneer je mocht scheiden. Maar er was geen verschil van mening over de vraag of een echtscheiding mogelijk was.

De Farizeeën komen bij Jezus om Hem op de proef te stellen. Ze vragen Jezus of een man zijn vrouw mag verstoten. Het is een strikvraag om Jezus onderuit te halen. Wat is de angel in de vraag?

Als Jezus zegt dat een man zijn vrouw mag verstoten, dan stoot Hij de vrouwen voor het hoofd. Zij worden vaak al als tweederangs gezien. Jezus hield vrouwen juist hoog. Maar als Jezus in het publiek zegt dat mannen hun vrouw mogen wegzenden, dan wordt Jezus ontmaskerd: Hij is net als alle andere mannen.

Als Jezus zegt dat een man zijn vrouw niet mag verstoten, dan komen de mannen in verzet. Zij hebben de mogelijkheid om hun vrouw weg te sturen opgevat als een manier om ontrouw van hun vrouw te voorkómen. Alsof zij zelf immuun zijn voor het kwaad van ontrouw! Maar zij denken: als er geen sanctiemiddel is, dan gaan onze vrouwen zich onbehoorlijk gedragen en zijn wij onze vrouw kwijt.

Vanuit deze manier van denken is de vraag van de Farizeeën een echte strikvraag. Ze drijven met die vraag een wig tussen Jezus en de vrouwen óf tussen Jezus en de mannen.