Genesis 8,1-5
Gedenken
1 Maar God dacht aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark. Op zijn bevel begon er een wind over de aarde te waaien, waardoor het water afnam. 2 De bronnen van de oervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten, zodat het ophield met regenen. 3 Geleidelijk vloeide het water weg van de aarde; na honderdvijftig dagen begon het te zakken. 4 Op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark vast op het Araratgebergte. 5 Het water zakte voortdurend verder, en op de eerste dag van de tiende maand werden de toppen van de bergen zichtbaar.
God dacht aan Noach en de dieren in de ark. Dat deed God al die tijd al. Hier staat eigenlijk: “God gedacht Noach.” Gedenken in de Bijbel is meer dan denken aan. Gedenken betekent: denken aan én ingrijpen. Dat gedenken is kenmerkend voor God.
God gedenkt. De toestroom van water stopt. Er komt geen water meer van beneden en van boven. Het water begint te zakken. Door een sterke wind stuurt God de wateren terug naar hun eigen plek. God maakt weer scheiding tussen water en land. Precies zoals het was bij de schepping. De aarde moet weer bewoonbaar worden voor mens en dier.
God gedenkt. Water kan letterlijk over ons heen spoelen. Ook figuurlijk kunnen we ons kopje onder voelen gaan door dingen die we meemaken. Maar Gods doel voor ons is niet de ondergang. God wil dat we op zijn aarde leven, met Hem.
God gedenkt. De wateren zakken. Ze zakken niet in één dag. Zoals het water eerst centimeter voor centimeter steeg, hoger en hoger en nog hoger, zo zakt het water nu ook centimeter voor centimeter. Noach en zijn gezin moesten geduldig wachten in de ark. In totaal waren ze ruim een jaar in de ark.
God gedenkt. Als wij in nood zijn mogen we God bidden om redding. Soms redt God in één keer. Vaak ook niet. Soms geeft God tijdens ons leven op deze aarde uitredding. God kan ook redding geven na dit leven, op de nieuwe aarde. Ook wij moeten vaak geduldig wachten. Dat kan ons zwaar vallen. Maar we zijn niet zonder hoop. Gods nieuwe aarde komt.