Genesis 1,16-19 Dag en nacht

Dag en nacht
Genesis 1,16-19
16 God maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over de nacht te heersen, en ook de sterren. 17 Hij plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde, 18 om te heersen over de dag en de nacht en om het licht te scheiden van de duisternis. En God zag dat het goed was. 19 Het werd avond en het werd morgen. De vierde dag.

Voordat God dieren en mensen maakt stelt Hij het ritme van dag en nacht in. Op de vierde dag koppelt God zon en maan aan dat ritme. Dat ritme van dag en nacht die elkaar afwisselen, dat hebben wij nodig. Dat ritme is geen gevangenis, maar een zegen.

Stel dat je elke dag tot in de late uren doorwerkt. Er is zoveel werk te doen. ’s Avonds kun je rustig werken. Een paar bakken extra koffie houden je wakker. Je bent tevreden over al het werk dat je verzet. Maar zo leef je ten koste van je gezondheid.

Stel dat je ’s nachts acht uur op je bed ligt. Je slaapt, of je hoopt dat je slaapt. Je denkt: acht uur nachtrust is toch genoeg voor een mens? Maar overdag heb je geen rust. Je jaagt de hele dag door. Je staat altijd aan en nooit uit. Dat is niet goed. Denk aan een mixer. Als je die de hele dag aan hebt staan en aan het mixen bent, dan raakt je mixer oververhit.

Wij mensen hebben een aan-stand en een uit-stand. We hebben de uit-stand nodig om op te laden voor de aan-stand. Actief zijn is belangrijk. Rusten is net zo belangrijk. Gods instelling van dag en nacht wijst op dat belang.

Voor een gezond bioritme hebben wij het onderscheid tussen dag en nacht nodig. Geen 24/7 economie. Wel: Laat de nacht haar werk doen om je lichaam en je geest tot rust te brengen. Draaf niet de hele dag door. En leidt je nacht in door op tijd te stoppen met werken, eten en achter je scherm zitten.