Genesis 1,3 Licht in het duister

Licht in het duister
Genesis 1,3
God zei: ‘Laat er licht zijn,’ en er was licht.

Als alles duister is, dan kan er niks leven, groeien en bloeien op aarde. In de diepste zeeën kan geen zonlicht doordringen. Daar ís wel leven, maar ménsen kunnen daar niet leven. Gewassen om te eten kunnen daar niet groeien. Wij hebben licht en warmte nodig.

God bouwt zijn schepping op in stappen. Hij gaat ordenen. Eerst maakt Hij hemel en aarde. De aarde is nog woest en leeg. Daarna brengt Gods als eerste licht in de duisternis. Op die manier schept God de voorwaarde voor het leven van mensen, dieren en planten op aarde.

Hoe brengt God het licht op aarde? God zei: “Laat er licht zijn”, en er was licht. God brengt dus licht in de duisternis door zijn woord. Eén woord is genoeg. Gods woord is krachtig. Gods woord is scheppend.

Later komt de evangelist Johannes hierop terug. Hij zegt: “In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan, zonder het Woord is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.”

Johannes zegt: Jezus is het Woord van God is. Jezus geeft licht en leven aan mensen. De duisternis moet wijken waar Jezus komt.

Er is hoop voor deze aarde en voor alle bewoners van de aarde: Gods Woord dat leven geeft is er nog steeds. Kom in Jezus’ licht staan. Ontvang het leven van Hem.