De eerste scheiding: licht en donker
Genesis 1,4b-5
En Hij scheidde het licht van de duisternis; het licht noemde Hij dag, de duisternis noemde Hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.
God scheidt het licht van de duisternis. Dit is de eerste scheiding in Genesis 1. God noemt het licht dag en de duisternis noemt Hij nacht.
Het licht komt van God. Het licht is goed. God is licht. God is goed.
Waar komt het duister vandaan? We lezen niet dat het duister slecht is. Maar we lezen ook niet dat het duister goed is.
Was het duister er altijd al? Dat staat er niet. Alleen God was er altijd al!
Hebben engelen het duister op aarde gebracht? Judas zegt dat engelen hun oorspronkelijke positie ontrouw werden. (Judas 1,6) Een opstand van engelen tegen God. Is toen de duisternis begonnen?
Veel vragen. Maar één ding is duidelijk: licht en duisternis horen niet bij elkaar. God scheidt het licht van de duisternis.
In de Bijbel hebben licht en duisternis ook een figuurlijke betekenis. Paulus zegt bijvoorbeeld tegen de gemeente van Efeze: “Eens was u duisternis maar nu bent u licht, nu u de Heer (Jezus) toebehoort. Ga de weg van de kinderen van het licht.” (Efeze 5,8)
Onze bestemming is Gods licht. God zelf. Op deze aarde wisselen dag en nacht elkaar af. Figuurlijk kunnen we zelfs jaren leven in het donker van de nacht. Maar God wil een aarde waar alleen maar licht en leven is. Eens zal de duisternis helemaal verdwijnen. Als de hemel op aarde komt dan zal er geen nacht meer zijn. De dienaren van God en van Jezus, het Lam, hebben het licht van een lamp of het licht van de zon niet nodig, want God de Heer zal hun licht zijn. (Openbaring 22,5)