Genesis 2,1-4a God rust

God rust
Genesis 2,1-4a
1 Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid. 2 Op de zevende dag had God zijn werk voltooid. Op de zevende dag rustte Hij van het werk dat Hij gedaan had. 3 God zegende de zevende dag en heiligde die, want op die dag rustte Hij van heel zijn scheppingswerk. Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde, zo werden ze geschapen.

God rust van het werk dat Hij gedaan heeft. Zou God moe zijn? Nee, God was niet moe. Jesaja 40,28 zegt: “Weet je het niet? Heb je het niet gehoord? Een eeuwige God is de Heer, Schepper van de einden van de aarde. Hij wordt niet moe, Hij raakt niet uitgeput, zijn wijsheid is niet te doorgronden.” Psalm 121 zegt dat God ons beschermt en dat Hij daarbij nooit wegdoezelt of in slaap valt.

Toch rust God. Letterlijk staat er dat Hij stopt met werken. God stopt niet omdat Hij niet verder kan. God stopt omdat Hij klaar is. God stopt met het doel om te kijken. Om te genieten. God neemt daar, in de taal van Genesis 1, een volle dag voor. Die dag zet Hij apart. Die dag wijdt Hij helemaal aan stilstaan van zijn werken en stilstaan bij zijn mooie scheppingswerk.

Er staat niet dat God die dag als apart gezette dag aan de méns voorschrijft. God markeert voor zichzélf die dag als een aan rust gewijde dag. Tegelijk is God niet alleen. God heeft de vorige dag de mens gemaakt. De mens met wie Hij samen leven wil.

Hoe is dat voor de mens? Op de eerste volle dag van zijn bestaan ziet de mens hoe God stilstaat van werken, en hoe God stilstaat bij zijn mooie scheppingswerk. Als God zó je leven laat beginnen, wat kun je daar als mens van leren?