Eindelijk één net als ik!
Genesis 2,23
23 Toen riep de mens uit:
‘Dit is ze!
Mijn eigen gebeente,
mijn eigen vlees en bloed.
Vrouw wordt zij genoemd,
genomen uit een man.’
Eindelijk. Al de dieren zijn langs gekomen. Hoe lang heeft dat geduurd? Dagen, weken? En telkens zat er geen partner voor de mens bij. Maar nu, eindelijk doe ik mijn ogen open en ik zie: Dit is ze! Dit is één gelijk aan mij. Mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees.
God brengt de vrouw bij Adam. Eerst heeft God haar gemaakt. Nu brengt God haar bij de mens. Het lijkt op de gewoonte later, als de vriend van de bruidegom de bruid bij hem brengt. Maar God doet meer. God geeft de mens en zijn vrouw aan elkaar. Je kunt zeggen: dit is hun trouwdag. God verbindt hen aan elkaar in een trouwverbond.
De mens heeft de dieren een naam gegeven. Nu gaat hij ook zijn levenspartner die God bij hem brengt een naam geven. Ik ben een man. Zij heet mannin. In het Hebreeuws: ‘isj’’ en ‘isjah’. Dat wordt ook vertaald als ‘man’ en ‘vrouw’. Maar er is een woordspeling. In de naam die Adam geeft laat hij zien: Wij zijn van dezelfde soort. Geen wolf en wolvin, geen beer en berin, maar man en mannin.
Adam reageert enthousiast, blij en dankbaar. Het klinkt als een feestlied.
Heb jij ook een levenspartner? Heb jij wel eens voor jouw partner gezongen? Weet je nog dat je hem of haar voor het eerst zag? Of dat je voor het eerst wist: Deze is bedoeld voor mij?
Wat voelde je toen? Wat zei je? Hoe gaf je uiting aan je enthousiasme? Als de jaren verstrijken kan ons lied verbleken. Ga op zoek naar je verlangens diep in je binnenste. Maak contact daarmee, en laat naar buiten komen hoe blij je bent met hem of haar.