Genesis 6,1-4
Godenzonen
1 Zo kwamen er steeds meer mensen op aarde, en zij kregen dochters. 2 De godenzonen zagen hoe mooi de dochters van de mensen waren, en ze kozen uit hen de vrouwen die ze maar wilden. 3 Toen zei de HEER: ‘Mijn levensgeest mag niet voor altijd in de mens blijven, hij is immers niets dan vlees; hij mag niet langer dan honderdtwintig jaar leven.’ 4 In die tijd en ook daarna nog, zolang de godenzonen gemeenschap hadden met de dochters van de mensen en kinderen bij hen kregen, leefden de giganten op aarde. Dat zijn de befaamde helden uit het verre verleden.
Er komen steeds meer mensen op aarde. Ze krijgen zonen en dochters.
Maar wie zijn die godenzonen? Mijn docent Hebreeuws wees op Ninevé. Die stad wordt in Jona 3,3 een ‘Godsgrote stad’ genoemd. Dat is een uitdrukking voor ‘een hele grote stad’. Zo kunnen hier ‘hele grote zonen’ bedoeld zijn. In de tijd van Genesis 6 leefden de giganten op aarde. De reuzen. Over hen gaat het hier.
Die giganten kozen de vrouwen uit die zij het beste vonden. Wie ze maar wilden. Zij waren de baas. Zo kreeg je een groep mensen die zich superieur waande boven de anderen. Vroeger zat dat al in de mens. Vandaag zie je het nog steeds als mensen denken dat het ene ras beter is dan het andere, of het ene volk beter dan het andere.
De reuzen voelen zich heel wat. Ze groeien de lucht in als de toren van Babel. Maar ze groeien tegelijk door anderen naar beneden te drukken. Precies zoals vandaag de zelfverheffing van de ene groep altijd ten koste gaat van de andere.
Voor God ligt hier een breekpunt. Hij perkt de mensenleeftijd in: mensen worden niet meer honderden jaren, maar hooguit 120 jaar oud. Hun kracht wordt ingeperkt. Hun invloed wordt begrensd.
God wil dat wij leren beseffen dat we al onze gaven en kracht danken aan Hem. Dat we leren om via Hem naar elkaar te kijken. Dat we leren samen te buigen voor God. En elkaar te dienen.
Kijk naar God zelf! Hij verheft zich niet trots boven de mens, maar Hij daalt naar ons af in de persoon van zijn eigen Zoon Jezus! Wat een kracht en majesteit zie je daar. Alle eer aan Hem!