Gods uitgangspunt (Marcus 10,6-9)

Gods uitgangspunt
Marcus 10,6-9
Maar al bij het begin van de schepping heeft God de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt; daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden, ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’

Hoe weet je wat Gods bedoeling is voor ons? Dat ontdek je als je kijkt naar Gods leefregels voor ons. Als je kijkt naar Gods begin, toen Hij de eerste mens maakte. En als je kijkt naar Jezus Christus, de Zoon van God die Gods evenbeeld is. Jezus leert ons weer mens te zijn. Ook als man en vrouw in het trouwverbond. Daarvoor wijst Hij op Gods begin bij de schepping.

Jezus citeert uit het eerste boek van Mozes, Genesis. Jezus voegt ook iets toe.
Al bij het begin van de schepping heeft God de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt. Genesis 1 en 2 vertellen daarvan. Genesis 2 loopt uit op de algemene regel: “Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw en die twee zullen één worden.” Daar zitten drie aspecten in. In een bepaalde volgorde. Een man maakt zich los van zijn vader en moeder, hij gaat op eigen benen staan. Hij hecht zich aan zijn vrouw; God geeft hen aan elkaar; God verbindt hen in de echt in een trouwverbond. Dan worden ze tot één vlees: ze vormen samen een eenheid.

Waar het nu om gaat is die eenheid. Want het ging over de mogelijkheid of de kans om te scheiden. Daarom voegt Jezus dit toe: “Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.” De Farizeeën gebruiken Gods geboden om Gods bedoeling met de mens onderuit te halen. Dus misbruiken ze Gods geboden voor wat hen het beste past. Maar Jezus laat de echte betekenis van Gods geboden zien. God weet hoe gebroken ons leven kan zijn. Ook ons leven in het trouwverbond. Maar dat is nog geen reden om Gods doelen te ontkennen.