Jezus heeft oog voor jou. (Marcus 2,13-14)

Jezus heeft oog voor jou
Marcus 2,13-14
Jezus vertrok en ging weer naar het meer. Een grote mensenmenigte kwam naar hem toe, en hij onderwees hen. Toen hij langs het meer liep, zag hij Levi, de zoon van Alfeüs, bij het tolhuis zitten, en hij zei tegen hem: ‘Volg mij.’ Levi stond op en volgde hem.

Er zijn scholen met honderden leerlingen. Grote gebouwen. Elke jaargroep is opgedeeld in meerdere groepen, omdat ze anders te groot zijn. Er zijn ook kleine scholen. Met 40 of 100 leerlingen. Soms twee groepen in één lokaal. Omdat ze anders te klein zijn. Groot zijn heeft zijn voordelen. Je beschikt over veel capaciteit en mogelijkheden. Klein zijn heeft ook voordelen. Iedereen kent elkaar.

Jezus wordt omringd door een grote mensenmenigte. Dat lijkt op zo’n grote school. Wat een massa mensen. Daarin verdwijn je als enkeling toch in het niet? Op grote scholen werkt dat niet automatisch zo. Maar zo werkt het in élk geval niet bij Jezus! Hij kent de mensen heel persoonlijk, stuk voor stuk.

Jezus gaat nog verder. Hij kent ook de mensen die er buiten staan. Hij beperkt zich niet tot zijn eigen groep. Hij ziet je ook als je buiten de boot valt. Als je jezelf onuitstaanbaar hebt gemaakt. Of als alle andere mensen jou met de nek aankijken.

Jezus zag Levi bij het tolhuis zitten. Een verworpene. Een collaborateur. En Jezus zei: “Volg Mij!”

Jezus heeft oog voor jou. Hij ziet jou waar je vastzit. Ook waar je vastzit aan dingen. Levi aan zijn geld. Jezus roept je tot een nieuw leven: Hem volgen.
Jezus heeft oog voor jou. Hij ziet jouw eenzaamheid. Hij roept je om in zijn nabijheid te leven.
Jezus heeft oog voor jou. Hij ziet jou zoals God je bedoeld heeft toen Hij jou maakte. Hoe mooi en goed. Hij roept je los uit alles wat jou als prachtige schepping van God overwoekerd heeft.