laatste lichaamsverzorging (Marcus 14,6-8)

laatste lichaamsverzorging
Marcus 14,6-8
Maar Jezus zei: ‘Laat haar met rust, waarom vallen jullie haar lastig? Ze heeft iets goeds voor mij gedaan. Want de armen zijn altijd bij jullie, en jullie kunnen weldaden aan hen bewijzen wanneer je maar wilt, maar ik zal niet altijd bij jullie zijn. Wat ze kon, heeft ze gedaan: ze heeft mijn lichaam nu al met olie gebalsemd, met het oog op mijn begrafenis.

Als iemand overleden is ontvangt hij of zij een laatste lichaamsverzorging. Vroeger was je daar in ons land als familie vaak niet bij. Tegenwoordig is dat anders. Naaste familieleden zijn aanwezig bij een laatste verzorging, of ze doen daar zelf aan mee. Gelukkig komt daar meer ruimte voor. Je kunt er veel liefde en zorg voor jouw geliefde in kwijt.

Er komt een vrouw bij Jezus. Ze heeft een fles peperdure nardusmirre bij zich. Ze breekt de hals van de fles. Daarmee laat ze zien dat ze de hele fles in één keer op wil maken. Ze laat nog iets zien. Een hele fles van die dure olie in één keer opmaken, dat doe je alleen bij de lichaamsverzorging van een dode. Deze vrouw heeft één doel: zij geeft Jezus een liefdevolle lichaamsverzorging, zoals je doet bij een gestorven geliefde. De vrouw laat in die daad haar diepe liefde voor Jezus zien.

Jezus heeft de liefde en de intentie van de vrouw gezien. Jezus pareert de aanvallen op haar. Hij laat de mensen bij Hem aan tafel de setting van haar daad zien. Haar daad van liefde staat in het kader van Jezus die binnenkort zal lijden en sterven: Ik zal niet altijd bij jullie zijn.

Na zijn dood zal Jezus overhaast begraven worden. Als het zover is, dan zal er géén tijd zijn om Jezus een liefdevolle lichaamsverzorging te geven. Deze vrouw komt precies op het juiste moment. Zij doet nu, wat straks niet kan. Zodat Jezus toch alvast zijn lichaamsverzorging ontvangt. Daarom verdient deze vrouw geen verwijt, maar respect voor haar daad.