Maakt Gods verkiezende liefde zending overbodig? (2 Timoteus 2,10)

De Dordtse leerregels staan in de belangstelling. 400 jaar geleden werden die Leerregels opgesteld. Op de Synode van Dordrecht (1618-1619). De Dordtse Leerregels worden ook wel ‘het troostboek van de kerk’ genoemd. Een belangrijk thema in dit boekje is Gods verkiezende liefde. Veel mensen tobben met dat thema. In vier stukjes bekijken we vier vragen die daar over gaan. Deze week het derde stukje.

UITGEKOZEN – INGEZET

Het woord van God is niet geboeid. Om deze reden wil ik alles verdragen, om de uitverkorenen, opdat ook zij het heil in Christus Jezus verkrijgen met eeuwige heerlijkheid. 2 Timoteus 2,10

Michel
Michel gaat op kamers wonen. Hij gelooft niet in God. Hij komt bij een paar studenten in huis die wel in God geloven. Michel vindt het best. Ze zien er normaal uit en in de eerste contacten klikt het goed. Onder het eten komt het soms tot lange gesprekken. Michel verbaast de anderen door zijn vragen, maar zij hem ook door hun vragen. Michel vindt de gesprekken boeiend en hij koopt een bijbel. Hij wil beter mee kunnen praten en waar nodig pittige vragen kunnen stellen. Om kort te gaan: zo’n twee jaar nadat Michel op kamers is gegaan komt hij tot geloof. Hij doet belijdenis en wordt gedoopt. Hij wordt een betrokken lid van de gemeente.

zinloos?
‘Waarom zouden we gaan evangeliseren?’ vroeg iemand mij eens. ‘Alles ligt toch al van tevoren vast. Dan maakt het toch niet uit of ik mensen nog van God vertel of niet?’ Zo kan het lijken. Maar de bijbel laat ons zien dat God zijn uitgekozen mensen niet op de bank zet en stil laat zitten. Jezus geeft juist de opdracht om de wereld in te gaan met Gods goede nieuws en mensen op te roepen tot geloof en bekering. Deuteronomium 29,29 laat de goede verhoudingen zien: ‘de verborgen dingen zijn voor de HERE, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen voor altijd, opdat wij al de woorden van deze wet volbrengen.’ Toegepast: Wie God allemaal wel en niet uitgekozen heeft, dat is niet onze zaak. Onze opdracht is wel: Christus bekend maken aan alle mensen zonder onderscheid! (Matteus 28,19)

Paulus
Paulus is in de boeien geslagen omdat hij het evangelie van Christus verkondigde. Maar God gaat door om door zijn verkondigde woord mensen te roepen tot geloof. Daar gebruikt Hij ook Paulus in boeien voor. Paulus is bereid alles te verdragen voor dat evangelie. Hij zegt ook waarom: dat is om de uitverkorenen, opdat ook zij het heil in Christus Jezus krijgen met eeuwige heerlijkheid. Blijkbaar zijn er nog uitverkorenen die nog niet geroepen zijn en die nog niet tot geloof gekomen zijn. Maar dan zegt Paulus niet: ‘Daar heb ik niets mee te maken, dat laat ik maar aan God over, die maakt alles wel in orde’. Maar Paulus zegt: ‘Ik wil dat zij ook tot geloof komen. Daarom zet ik me zo in.’

ingezet
Paulus weet niet welke mensen God wel of niet uitgekozen heeft. Maar Hij kent Christus, en hij predikt Christus zonder onderscheid, en kijk eens wat er gebeurt? God roept uitgekozen mensen door de prediking van Paulus en brengt hen tot geloof (Handelingen 13,48). De leer van de uitverkiezing staat evangelisatie niet in de weg, maar is er juist een aansporing voor. Stel je voor dat die studenten die met Michel op kamers woonden niets hadden laten blijken van hun geloof en geen vragen hadden beantwoord of gesteld. Dan had Michel niet via hen van Christus gehoord. Maar nu deden ze gewoon trouw waartoe God hen geroepen had. En God gebruikt hen om zijn plan van verkiezing te verwerkelijken.

Eerder gepubliceerd in het weekblad De Reformatie