niet langer rondjes draaien (Marcus 8,27-30)

niet langer rondjes draaien
Marcus 8,27-30
Jezus vertrok met zijn leerlingen naar de dorpen in de buurt van Caesarea Filippi. Onderweg vroeg hij aan zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat ik ben?’ Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, en anderen zeggen Elia, en weer anderen zeggen dat u een van de profeten bent.’ Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ Petrus antwoordde: ‘U bent de messias.’ Hij verbood hun op strenge toon om met iemand hierover te spreken.

Onlangs deed ik mee aan een internationale cursus in Kameroen. Om daar te komen nam ik het vliegtuig. Vóór de landing maakte het vliegtuig eerst een paar rondjes. Blijkbaar konden we niet meteen landen. Op het beeldscherm dat we voor ons hadden konden we de vliegbewegingen volgen. Weer een cirkel, en weer één. Na een aantal cirkels landden we veilig op de grond.

Rondjes blijven draaien kan op allerlei manieren. Bijvoorbeeld als mensen ons iets vragen en als wij het antwoord niet weten. Of niet willen geven. Of nog niet willen geven. Dan draaien we er om heen.

Er zijn dingen in het leven waar het niet uitmaakt hoe helder je bent en of je rondjes blijft draaien of niet. Er zijn ook dingen in het leven waar we niet omheen moeten blijven draaien, maar waar een klip en klaar antwoord nodig is. Bijvoorbeeld vragen als: Wat voor studie ga je doen? Wil je met me trouwen?

Voor jouw en mijn eeuwige geluk is er ook iets waar we niet omheen kunnen. Eigenlijk iemand waar we niet omheen kunnen. Dat is Jezus. Om precies te zijn: Jezus Christus, de Zoon van God.

God heeft zijn keus gemaakt: Hij stuurt zijn enige Zoon om ons weer bij zich thuis te brengen. Jezus heeft zijn keus gemaakt: Ik ben bereid en geef Mijzelf om mensen te redden. En nu vraagt Jezus aan jou en mij: En wie zeg jij dat Ik ben? Blijf niet hangen in mooie woorden over een begaafde wijsheidsleraar of een groot profeet. Maar ga staan op het fundament dat ik Gods gezalfde Zoon ben, jouw Redder en Heer.