Noach: troost in het zwoegen (Genesis 5,28-31)

Genesis 5,28-31
Noach: troost in het zwoegen
28 Toen Lamech 182 jaar was, verwekte hij een zoon, 29 die hij Noach noemde. ‘Deze zoon,’ zei hij, ‘zal ons troost geven voor het werken en zwoegen dat ons deel is omdat de HEER het akkerland heeft vervloekt.’ 30 Na de geboorte van Noach leefde Lamech nog 595 jaar. Hij verwekte zonen en dochters. 31 In totaal leefde hij 777 jaar. Daarna stierf hij. 32 Toen Noach 500 jaar oud was, verwekte hij Sem, Cham en Jafet.

De generaties gaan verder. Het is hard werken om op aarde en van de aarde te leven. Als je landbouwmachines hebt doet de machine veel werk voor je. Maar machines waren er in de tijd van Lamech nog niet. Veel eeuwen daarna waren die er nog steeds niet. Zo lang rijden er nog niet machines op aarde. Op internet las ik dat Charles W. Hart en Charles H. Parr in 1901 hun eerste trekker bouwden. Kijk naar plaatjes van de landarbeid in de 19e eeuw. Je ziet zware arbeid en voor de arbeiders vaak een armoedig bestaan. Generaties lang moesten mensen lichamelijk zwoegen en zweten voor hun bestaan. In veel landen is dat vandaag trouwens nog net zo!

Lamech erkent: Ons werk op deze aardbodem is vol moeite, omdat de Heer de aardbodem heeft vervloekt. Lamech beseft: Wij hebben troost nodig. Misschien erkent hij het met een zucht. Als Lamech een zoon krijgt, dan noemt hij hem Noach. Dat betekent: rust of troost. “Deze zoon zal ons troost geven”, zegt hij. Is dat een wens? Is het een naam die God hem ingeeft? Omdat God hem en zijn familie hoop wil geven?

God zal inderdaad door Noach troost geven. God maakt een nieuw begin met Noach en zijn zonen. Maar dat doet God wel door het water van de zondvloed heen. Door het diepe water van de dood.

Het wachten is op een andere zoon. Op Gods eigen Zoon. Hij die zelf voor ons dwars door de dood is gegaan om aan ons troost te geven in de moeiten van ons bestaan. Mag Hij een nieuw begin maken in mijn leven? Door het diepe water van de doop?