Genesis 8,20-22
Nooit meer de zondvloed
20 Noach bouwde een altaar voor de HEER; daarop bracht hij brandoffers van al het reine vee en alle reine vogels. 21 De geur van de offers behaagde de HEER, en Hij zei bij zichzelf: Nooit weer zal Ik de aarde vervloeken vanwege de mens, want alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht. Nooit weer zal Ik alles wat leeft doden, zoals Ik nu heb gedaan. 22 Zolang de aarde bestaat, zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten, zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht – nooit komt daar een einde aan.
Na de zondvloed brengt Noach de Heer een offer van dankbaarheid en toewijding. De Heer neemt een besluit. Dat besluit gaat over wat niet, niet weer, nooit weer gebeurt. En over wat wel, voortaan, zolang de aarde bestaat doorgaat. Nooit weer zal God de aardbodem vervloeken vanwege de mens, en alles wat leeft doden. Altijd, zolang de aarde bestaat, zullen zaaien en oogsten, seizoenen, dag en nacht doorgaan.
In vers 21 lezen we: “Want alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht.” Dat lijkt een reden: omdat de mens altijd het slechte zal blijven uitdenken zal God de aarde nooit weer zo treffen als bij de zondvloed. Je kunt ook vertalen: “Hoewel alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, slecht is.” God weet dat ook Noach en zijn gezin weer het slechte zullen uitdenken en doen. Zelfs de rechtvaardige Noach. Maar voortaan zal dat voor God geen reden zijn de aardbodem te vervloeken. Dat is onverdiende goedheid van God voor de mens en de aarde.
Als de mens altijd het slechte blijft uitdenken, dan is dat vandaag niet anders. Kijk maar om je heen, en kijk vooral maar in je eigen hart en je eigen leven. Maar als God nooit weer de aarde reinigt door een zondvloed, heeft God dan nog andere manieren om een nieuw begin te maken? Ja, dat ontdek je als je verder leest in de Bijbel. God legt zich niet bij de slechtheid van de mens neer. Hij werkt aan een nieuwe aarde waar alles alleen nog goed is. Met mensen die alleen nog het goede doen. Daarvoor stuurde God zijn Zoon Jezus, de volmaakte Mens. Hij brengt redding voor de mens en de aarde. Hij alleen.