Genesis 6,6-7
Spijt en smart
6 Hij kreeg er spijt van dat Hij mensen had gemaakt; Hij was tot in het hart gegriefd. 7 ‘Ik zal de mensen die Ik geschapen heb van de aarde wegvagen,’ zei Hij, ‘en met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want Ik heb er spijt van dat Ik ze heb gemaakt.’
Kan God spijt hebben? Denkt Hij: ‘Had ik de mens maar niet gemaakt, Ik heb me vergist.’? Nee, daar gaat het hier niet over. Wat die spijt wel inhoudt staat er meteen bij: “God was tot in het hart gegriefd.” Eigenlijk staat daar het woord ‘smart’. “Het smartte God in zijn hart.” Smart gaat over pijn en diep verdriet. Het woord ‘smart’ zien we ook in Genesis 3: ‘De mens zal met smart het land bewerken.’ En: ‘De vrouw zal met smart kinderen baren.’ Die smart moet de mens dragen als straf op de opstand tegen God. Maar kijk hier: God neemt zelf smart op zich als Hij ziet hoe slecht de mens geworden is.
Deze spijt is niet wat God overkomt. God kiest ervoor deze diepe pijn op zich te nemen als Hij ziet hoe mensen zichzelf, elkaar en de aarde de vernieling injagen. Hier liggen al de grondtonen van Jesaja 53 waar staat: “Gods knecht nam onze smarten op zich.”
Er is een verschil. In Genesis 6 laat God de zondvloed komen om de aarde schoon te wassen en de slechte mensen uit te roeien. In Jesaja 53 vertelt God dat Hij zijn knecht, dat is zijn Zoon, naar de aarde stuurt. Gods Zoon laat zichzelf, beladen met onze schuld, van de aardbodem wegvagen.
Veel mensen zijn kwaad op God als ze lijden zien: Hoe kan God lijden toestaan? En waarom zo’n allesverwoestende zondvloed? Maar kijk goed: God kan ook lijden. God had diep verdriet. Als Hij ziet hoe mensen elkaar naar het leven staan, dan reageert hij niet onverschillig, Hij lacht ook niet gemeen, maar Hij kiest voor smart. Uiteindelijk stuurt Hij zijn Zoon om onze smart te dragen.