Stel je klokken bij. (Marcus 2,21-22)

Stel je klokken bij.
Marcus 2,21-22
Niemand verstelt een oude mantel met een lap die nog niet gekrompen is, want dan trekt de nieuwe lap de oude stof kapot en wordt de scheur nog groter. Niemand giet jonge wijn in oude leren zakken, want dan scheuren ze open en gaat de wijn verloren, net als de zakken zelf. Jonge wijn hoort in nieuwe zakken.

Als mijn vrouw een lap stof heeft gekocht om nieuwe kleren te naaien, dan gaat ze die lap vaak eerst wassen in de wasmachine. Anders bestaat de kans dat je iets op maat gemaakt hebt en na één keer wassen is het gekrompen. Een nieuwe lap op oude stof naaien, dat komt niet goed: de nieuwe stof krimpt en trekt de oude juist stuk.

Als mijn vader vroeger zelf wijn maakte dan stonden er grote flessen met een waterslot vol geborrel. Dat borrelen kwam van het gisten. Eerst moest je de wijn uit laten gisten. Daarna kon je die in flessen doen. Een keer zat er nog teveel gisting in de wijn. We hoorden een knal. De kelder zat onder de wijn. De kurk was van de fles gesprongen. Nieuwe wijn in oude zakken, dat houden die zakken niet als de wijn nog nagist.

Moeten we al onze oude kleren weggooien? Dat zegt Jezus niet. Moeten oude wijnzakken verboden worden? Ook dat zegt Jezus niet. Het oude is niet fout, maar het nieuwe vraagt wel een nieuwe manier van omgaan.

Stel je klokken bij, de Messias is gekomen! Wij leven in een nieuwe tijd. De tijd van de Geest en de Heer! Mogen zij aan het werk in jouw leven? Dat kan niet als wij vastend wachten op de eerste komst van de Messias, terwijl Hij al gekomen is. Jezus is de Bruidegom die duur betaald heeft voor zijn bruid, de kerk. Met de prijs van zijn leven. Alles draait om Hem. Check ook jezelf als kerk daarop: richten wij ons feesten en ons vasten op Hem?