witter dan wol
Marcus 9,2b-3
Voor hun ogen veranderde hij van gedaante, zijn kleren gingen helder wit glanzen, zo wit als geen enkele wolwasser op aarde voor elkaar zou kunnen krijgen.
Als iets heel wit is, dan zeggen wij dat het sneeuwwit is. Denk aan een ochtend dat je uit het raam kijkt en buiten is alles bedekt met een laag sneeuw. De Bijbel gebruikt ook wel het beeld van wit als sneeuw of witter dan sneeuw. Sneeuw is in de regio waar Jezus werkte een zeldzaamheid. Sneeuw in Jeruzalem haalt vandaag de krant.
Neem dan wol. Dat is veel bekender in die regio. Wil je schapenwol gebruiken, dan moet je het eerst schoonmaken. Je verwijdert het vuil. Je kunt de vacht met koud of warm water wassen. Daarna kun je het kaarden of kammen. De wolwasser krijgt de wol blijkbaar heel wit. Naast de uitdrukking ‘wit als sneeuw’ kent de Bijbel ook het beeld ‘wit als wol’.
Jezus’ uiterlijk verandert voor de ogen van Petrus, Jakobus en Johannes. Zijn kleren gaan intens glanzen of schitteren. Witter dan de witste wol of sneeuw. Oogverblindend.
In de bijbel is wit de kleur van reinheid of puurheid. Koning David bidt in psalm 51: “Neem met majoraan mijn zonden weg en ik word rein, was mij en ik word witter dan sneeuw.”
Wit staat ook voor goddelijke majesteit. Gods engelen verschijnen in schitterend wit licht. Als Jezus verschijnt aan Johannes op Patmos, dan ziet Johannes Jezus in goddelijke, koninklijke majesteit: zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol of als sneeuw.
Hoe wit ben jij? Ik ben in veel opzichten onzuiver. Er kleeft nog veel vuil aan mij. Met schoonmaken en vaak wassen krijg ik het er niet af. Alleen Jezus kan mij puur maken. Witter dan sneeuw. Als ik daarvoor naar Hem ga, dan zal ik zelf ook eens schitteren als de zon in Gods Koninkrijk.