Anthocharis cardamines (Oranjetipje)

Weet je hoe een vlinder ontstaat? Eerst is een vlinder een ei. Heel klein. Tussen 0,2 en 2,6 millimeter. Uit het ei komt na een aantal dagen een rups. De rups eet. Hij bestaat om te eten. De rups groeit en vervelt een aantal keren. Als de rups genoeg heeft gegeten, dan vervelt hij nog één keer en komt de pop tevoorschijn. Soms duurt het een paar weken voordat uit de pop een vlinder komt. Soms duurt het maanden. Dat hangt af van de soort vlinder.

Als je een pop ziet, dan zie je nog niet hoe de vlinder zal worden. Er zijn poppen van dagvlinders waar je dwars doorheen kunt kijken. Bijvoorbeeld de pop van het oranjetipje in de winter. De eerste keer dat ik dat zag dacht ik: is hij dood? Maar in maart kon ik niet meer door de pop heen kijken. Binnen in de pop kwam een proces op gang: er ontstond stap voor stap een vlinder. Ergens in april zag ik de kleur van de vleugels door de pop heen. Daarna werd de pop heel donker van kleur. De dag daarna kwam de vlinder tevoorschijn. Hij pompte vocht uit zijn lijf in zijn vleugels. Hij wiebelde heen en weer. En toen hij klaar was vloog hij weg.

Wat een mooi proces! Weet je wat ik bijzonder vind? In het eitje, de rups en de pop zit alles om straks een vlinder te kunnen worden. Je ziet het nog niet, maar het zit er wel in. Die rups die een vlinder wordt komt tot zijn bestemming. Maar dat wil God ook met ons! Hij wil jou en mij ieder tot onze eigen bestemming brengen. Met al het moois dat Hij in ons gelegd heeft.

Wij leven op een aarde waar veel kapot is. God heeft heel veel moois in ons gelegd toen Hij ons maakte. Als daar iets van zichtbaar wordt, dan schitteren wij voor God, onze Schepper. Tegelijk: Op deze aarde komt lang niet al dat moois tevoorschijn. Maar God wil wel dat wij onze bestemming bereiken. Daarvoor stuurde God zijn Zoon Jezus naar de aarde. In de Bijbel heet ‘je bestemming missen’: zonde. Maar als je op Jezus vertrouwt en Hem volgt, dan zal Hij je tot jouw bestemming brengen. Eens zul je dan schitteren met al het moois dat God al vanaf het begin in jou gelegd heeft!

Netta rufina (Krooneend)


Gister zag ik bij een wandeling een mannetje en vrouwtje Carolina-eend en een mannetje en vrouwtje Krooneend. Ze zwommen met z’n vieren bij elkaar. Wat waren ze mooi. Elk op hun eigen manier. Schitterend. Ik stond op een bruggetje en bleef staan kijken. Een meneer die zijn hond uitliet kwam langs. Hij zei: “Mooi hè? En sommige mensen lopen er gewoon aan voorbij zonder het te zien.”

Vandaag liep ik daar weer langs. Ik had gister geen foto’s met mijn camera gemaakt. Ik hoopte dat ik ze deze dag onderweg nog een keer zou tegenkomen. Bij hetzelfde bruggetje waren de Krooneenden er nog. Gelukkig. Weer was ik onder de indruk van hoe mooi ze waren. Ik maakte foto’s.

Weer thuis las ik een overdenking die ik net in mijn mailbox had ontvangen.
Daarin stond onder andere dit: “God stelt geen voorwaarden aan zijn liefde voor jou. Zijn liefde is onvoorwaardelijk en is niet gebaseerd op emotie. Hij houdt niet van jou omdat jij Hem een goed gevoel geeft. Hij houdt van jou omdat Híj liefde is. Hij vindt het belangrijk dat jij je naaste onvoorwaardelijk liefhebt zoals Hij jou onvoorwaardelijk liefheeft. En Hij wil dat jij jezelf onvoorwaardelijk liefhebt zoals Hij onvoorwaardelijk van jou houdt.”

Dit stond er ook bij: “De beste test om te zien of je van jezelf kunt houden is jezelf de vraag stellen in hoeverre je met vreugde van het leven kunt genieten. Kun jij genieten van wie je bent en hoe God je heeft gemaakt?” (Vrijzijn, Wilkin van der Kamp, Wees liefdevol voor jezelf.)

Toen ik dat las moest ik denken aan die mooie Carolina-eenden en Krooneenden en wat er gebeurde: Ik stond stil. Ik keek. Ik genoot van hen. Schitterend.
Door de overdenking die ik las zag ik opnieuw en werd ik geraakt: God geniet ook van die mooie dieren. En God geniet nog veel meer van mij en van jou! In onvoorwaardelijke liefde.

Heer, help ons steeds uw onvoorwaardelijke liefde voor ons te aanvaarden. Dan leren we steeds meer genieten van U, van onszelf en van elkaar.