Lied van de medemens
1 Op weg van Jeruzalem naar Jericho
weigert een priester te gaan naar een mens in nood.
Hij schrikt van het bloed. Ik mag daar niet zijn.
“De Heer weet waarom: het maakt me onrein.”
2 Op weg van Jeruzalem naar Jericho
zet een Leviet ook geen stap naar een mens in nood.
Hij loopt in een boog, een boog om hem heen.
“Want mijn God, mijn Heer, ik ken hem niet eens.”
3 Op weg van Jeruzalem naar Jericho
haast zich een vreemdeling wél naar een mens in nood.
Hij knielt bij de man, verzorgt ook zijn wond.
“Ik geef wat ik kan. Heer, maak hem gezond!”
4 Op weg van Jeruzalem naar Golgota
neemt Gods Zoon Jezus mijn plaats in en ruilt met mij.
Hij hangt aan een kruis. Hij sterft daar voor mij.
“Heer, U maakt mij nieuw, weer dankbaar en blij.”
5 Op weg van mijn huis, naar wie ik ook ga
leer ik van Jezus genade, barmhartigheid.
Ik sta naast de mensen, de mensen in nood.
“God, U zorgt door mij. U maakt uw Naam groot!”
Kees Smit
Bewerking 11 oktober 2021
E&R bundel deel 2, lied nr.286 Wie is mijn naaste?
Een lied over de vraag voor wie ik een naaste of medemens ben.