Amos 3,14

Lezen: 1 Koningen 12:25-32
Mijn straf zal dan de altaren van Betel treffen… Amos 3:14

Veel kerken verliezen leden. Kerkgebouwen krijgen een andere bestemming. Ben jij ook iemand die de oorzaak daarvan legt bij alle vernieuwingen van de laatste jaren? Verzucht jij ook: ‘Was alles nog maar bij het oude’? In het boek Amos lezen we hoe God verdween uit Betel. De hele eredienst gaat er aan. Maar de oorzaak van achteruitgang ligt daar niet in het nieuwe. Er is juist een oude fout die de kop opsteekt. Op die oude fout wijst de naam Betel. Amos leeft tijdens de regering van koning Jerobeam de Tweede. Maar de naam Betel is verbonden aan een koning van jaren geleden: Jerobeam de Eerste. God had hem het koningschap over 10 stammen beloofd. Maar Jerobeam vertrouwt de HEER niet. Hij is bang dat de Israëlieten terug zullen gaan naar de koning van Juda. Daarom maakt hij zijn eigen godsdienst. Voor de HEER, zegt hij. Maar hij bedenkt zelf eigen heilige plaatsen (Betel en Dan), priesters en feesten.
Een oude fout. Veel mensen denken dat vernieuwingen in de kerk de reden zijn van haar achteruitgang. Maar de Bijbel laat diepere redenen zien. Wat zit er áchter het nieuwe of het oude? Wordt God nog erkend? Of willen wij Hem op onze eigen manier dienen? Denk daarom niet dat alles instort als uiterlijke vormen in de kerk gelijk blijven of juist veranderen. Kijk dieper. Maak je druk over wat echt onze aandacht verdient: of we samen nog wel van Christus willen zijn in wat blijft én wat wijzigt.