de betere Visser en de betere vis (Marcus 1,16-18)

de betere Visser en de betere vis
Marcus 1,16-18
Toen Jezus langs het meer van Galilea liep, zag hij Simon en Andreas, de broer van Simon, die hun netten uitwierpen in het meer; het waren vissers. Jezus zei tegen hen: ‘Kom, volg mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ Meteen lieten ze hun netten achter en volgden hem.

Als tiener en twintiger ging ik regelmatig met vrienden een dagje zeilen op de Friese wateren. Soms legden we aan bij een restaurant om daar wat te drinken. Er ging wel eens iets mis. Als we vlak voor de steiger de kop in de wind gooiden voor een perfecte landing en de boot had nog net teveel vaart bijvoorbeeld. “Huurboot zeker!”, klonk het dan van het terras. Natuurlijk hadden ze gelijk, maar ook geldt: de beste stuurlui staan aan wal.

Simon en Andreas zijn bij het meer van Galilea aan het vissen. Het zijn vissers van beroep. Komt er een Joodse leermeester langs die zegt dat ze met Hém mee moeten gaan. Hij is de betere Visser en Hij heeft de betere vis. Maar wie heeft nu verstand van visserswerk? Zij moeten Hém de kneepjes van het vak leren, Hij hen toch zeker niet? Maar Simon en Andreas aarzelen geen moment: ze laten hun netten achter en volgen Hem.

Wie heeft meer verstand van vissen? Jezus, want Hij is het Woord van God waarmee God hemel en aarde en alle levende wezens schiep. Ook de vissen in de zee. Wie heeft meer verstand van mensen? Jezus, toen zijn Vader het eerste mensenpaar maakte naar zijn beeld deed Hij helemaal mee. Jezus, die zelf mens werd, precies zoals God de mens bedoeld heeft.

God stuurt Jezus om mensen te vangen. Om ze terug te brengen bij God, ons doel en onze bestemming. Jezus zal op zijn beurt zijn leerlingen sturen om mensen te vangen. Wij mogen meedoen aan Gods reddingsproject voor de mens. Hoe kun je meedoen? Als je je eerst zelf hebt laten vangen door Jezus.