de kleren van Elia (Marcus 1,6)

de kleren van Elia
Marcus 1,6
Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij leefde van sprinkhanen en wilde honing.

Kleren maken de man. Met kleding denken mensen zich te kunnen profileren. Sjiek, degelijk, vlot. Op zich zeggen kleren niks over de mens die ze draagt. Toch zou je raar opkijken als onze koning tijdens een staatsbezoek in oude plunje zou verschijnen. Bij een koning in functie hoort koninklijke kleding. Zeker tijdens een plechtigheid. Bijbelse koningen, priesters en profeten droegen ook kenmerkende mantels.

Profeten kregen boodschappen van God die ze doorgaven aan mensen. Ze waarschuwden of bemoedigden. Om mensen terug te brengen bij God. Eén zo’n profeet was Elia. Hij droeg een mantel van kameelhaar en een leren gordel. Elia gaf eens gezanten van koning Achazja een woord van God door. Achazja vroeg hen hoe die man er uit zag. Toen ze zijn kleding beschreven zei hij: “Dan was het Elia.”

De Bijbel zegt dat voordat de Messias komt eerst Elia zal komen. De profeet Maleachi zei namens God: “Ik zal mijn bode zenden, hij zal de weg voor mij effenen.” “Voordat de dag van de Heer aanbreekt stuur ik jullie de profeet Elia.”

En nu loopt hier een man in de woestijn met profetenkleren. Net zulke kleren als Elia. Hij effent de weg voor God. Wie is die man? Jezus geeft het antwoord. Jezus zegt: “Johannes is Elia die komen zou!” Zijn kleding werkt als signaal: deze man is de voorloper en de wegbereider van de Messias. Weet je wel dat Jezus komt?

Jezus is God en Johannes is zijn profeet.