De kracht van het gebed. (Marcus 14,37-42)

de kracht van het gebed
Marcus 14,37-42
Hij liep terug en zag dat zijn leerlingen lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: ‘Simon, slaap je? Kon je niet één uur waken? Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’ Weer ging hij weg om te bidden, met dezelfde woorden als daarvoor. Toen hij weer terugkwam, lagen ze opnieuw te slapen, want hun ogen vielen steeds dicht, en ze wisten niet wat ze hem moesten antwoorden. Toen hij voor de derde maal terugkwam, zei hij tegen hen: ‘Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten? Het is zover: het ogenblik is gekomen waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de zondaars. Sta op, laten we gaan; kijk, hij die me uitlevert, is al vlakbij.’

Doen wat God wil. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Als iemand mij vraagt: “Doe je graag wat God wil?”, dan zég ik ja. Die bereidheid is trouwens ook een cadeau van God. Maar om ook echt te doen wat God wil, dat gaat een stap verder. Wat maakt het moeilijk om niet alleen ja te zeggen, maar ook ja te doen? Jezus zegt: “De geest is wel gewillig, maar het lichaam (letterlijk: het vlees) is zwak.”

Veel christenen gebruiken de woorden ‘de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak’ als excuus voor dingen waarin ze tegen Gods wil ingaan: Ik wil wel doen wat God wil, maar ja, mijn lichaam is nu eenmaal zwak. Jezus wijst een andere weg: Verschuil je niet achter je zwakke vlees, maar waak en bid!

Jezus gaat een krachtige gebedsstrijd in. Hij vraagt zijn Vader of het uur van het lijden aan Hem voorbij mag gaan. Zo erg zal dat lijden zijn. Maar Hij wil toch doen wat zijn Vader van Hem vraagt. Jezus is een mens als wij. De kruisdood is vreselijk. Het dragen van Gods woede is het allerergst. Jezus geeft niet toe aan de verleiding om op dit moment te stoppen. Hij worstelt zich naar de overgave toe. Dat doet Hij door het gebed.

Jezus vraagt zijn leerlingen met Hem te waken in deze momenten van gebedsworsteling. Zij kunnen het niet! Ze vallen in een diepe slaap. Dan zegt Jezus: “Waak en bid!” In het doen van Gods wil kunnen wij niet zonder gebed. Jezus kan dat niet. Dan kunnen wij dat al helemaal niet. Bid je elke keer naar de overgave toe.