Genesis 2,18 Een mens alleen is niet goed

Genesis 2,18
18 De HEER God zei: ‘Het is niet goed dat de mens alleen is, Ik zal een helper voor hem maken die bij hem past.’

Het paradijs. Daar hebben veel mensen over gefantaseerd, gedroomd, geschreven.
Het paradijs, daar verlangen veel mensen naar terug.

Hoe stel je je het paradijs voor? Ik denk dat een kernpunt is: in het paradijs is alles goed. Hoe kan daar alles goed zijn? God is daar. De mens leeft dicht bij God. Een Bijbelse uitdrukking is: ‘De mens wandelt met God’. In het paradijs wandelde God ook met de mens. Stel je voor: dat moet fantastisch zijn.

Genesis 2 speelt zich af vóór de opstand van de mens tegen God. Vóór de gebrokenheid van de schepping. In het paradijs is alles goed. Zo lazen we ook in Genesis 1: God keek elke dag naar zijn scheppingswerk en Hij zag hoe goed het was.

Maar terwijl we met Genesis 2 nog midden in het paradijs zitten klinkt opeens ‘Het is niet goed’. God zelf brengt dat in. Alles is goed. Maar één ding is niet goed. Het is niet goed dat de mens alleen is.

Hoezo is het niet goed dat de mens alleen is? Blijkbaar heeft God ons gemaakt voor contact, ontmoeting, samen zijn. God zelf heet in de Bijbel ‘de Vader van alle gemeenschap’. Zeg maar: ‘de Vader van alle samenzijn’. De ene God, Vader, Zoon en Geest leeft in gemeenschap met zichzelf. In volmaakte harmonie.

Die God maakt mensen. Hij wil zijn harmonie ook met mensen delen. Niet met één mens, maar met meer mensen. En God geeft ook mensen aan elkáár. God maakt mensen zodat mensen samenzijn. Met elkaar. En als mensen samen met God.