het ene oor in, het andere uit (Marcus 4,13-15)

het ene oor in, het andere uit
Marcus 4,13-15
Hij zei tegen hen: ‘Begrijpen jullie deze gelijkenis niet? Hoe zullen jullie alle andere gelijkenissen dan begrijpen? De zaaier zaait het woord. Sommigen zijn als het zaad dat op de weg valt: het woord wordt wel gezaaid, maar wanneer ze het gehoord hebben, komt meteen Satan om het woord weg te graaien dat in hen gezaaid is.

Er is een verschil tussen horen en luisteren. Je kunt de vogels horen zingen, maar dat ook meteen weer vergeten zijn. Je kunt ook gaan luisteren. Misschien weet je zelfs welke vogel daar zingt. Dat vergeet je veel minder gauw. Je hoort de heggenmus. Later weet je het nóg. Je kunt er zelfs van nagenieten.

Gelukkig hoeven we niet naar alles te luisteren. Daar zouden we dol van worden. Er zijn zoveel geluiden. Bij veel dat we horen is het goed om het langs ons heen te laten gaan. Het ene oor in, het andere oor uit.

Maar we hebben niet alleen oren gekregen om te horen, maar ook om te luisteren. Dat vraagt filtering: wat is de moeite waard om naar te luisteren? In het begin maakte God de mens. De mens kreeg als eerste zijn Maker te zien. Hij hoorde zijn stem. De stem van zijn Maker is de belangrijkste stem in zijn leven. Maar de mens liep bij God vandaan. Hij hoort niet zomaar meer Gods stem. Zijn oren moeten weer geopend worden. Hij moet weer leren afstemmen op Hem. (Larry Norman, The Tune.)

God gaf zijn Zoon. In Hem kwam God heel dicht bij mensen. Zij hoorden weer Gods stem. God vraagt dat mensen luisteren naar Jezus! Hij is Gods Woord in eigen persoon. De Bijbel staat vol van Hem. Als je komt, Jezus zoekt en naar Hem luistert, dan zul je zijn stem steeds beter leren kennen. Je kunt er ook voor kiezen je voor Jezus te blijven afsluiten. Dan gaat het met jou net als met het zaad dat langs de weg valt: je hoort het wel, maar Satan komt meteen om het Woord weg te graaien dat in je gezaaid is.