Hoe word je de belangrijkste? (Marcus 9,33-35)

Hoe word je de belangrijkste?
Marcus 9,33-35
Ze kwamen in Kafarnaüm. Toen ze in huis waren, vroeg hij hun: ‘Waarover waren jullie onderweg aan het redetwisten?’ Ze zwegen, want ze hadden onderweg met elkaar getwist over de vraag wie van hen de belangrijkste was. Hij ging zitten en riep de twaalf bij zich. Hij zei tegen hen: ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar.’

Stel je voor dat je de grootste bent, de belangrijkste, de beste. Iedereen heeft respect voor jou. Iedereen erkent jouw superioriteit op het gebied waarin jij de beste bent. Maar op welke manier word je de beste? Door anderen uit te schakelen. Dat is de bekende manier. In de sport: je schakelt je tegenstanders een voor een uit. In het bedrijfsleven: je wint de concurrentieslag van anderen, iedereen komt voortaan bij jou.

Jezus’ leerlingen denken ook op die bekende manier: zij willen de belangrijkste zijn. Ze maken daar ruzie over. Het gaat ten koste van elkaar. Er kan toch maar één de beste zijn? Als ik dat wil zijn dan moet ik de anderen uitschakelen.

Jezus zegt niet dat je niet belangrijk mag zijn of de beste mag willen zijn. Jezus zegt wel iets over de manier waaróp je echt belangrijk wordt: “Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar.” Blijkbaar is er een manier om de beste te zijn zónder anderen uit te schakelen. Die manier is anderen dienen.

Kijk maar naar Jezus. Hij is de Zoon van God, de allerhoogste Heer. Hij kwam niet naar ons toe om ons uit te schakelen, maar Hij liet zichzelf uitschakelen aan het kruis. Als jullie volgelingen van Jezus zijn, ga dan niet kibbelen of ruzie maken door elkaar af te troeven, maar leer van Jezus wat dienen is. Moeten wij ons ook laten uitschakelen? Nee, dat heeft Jezus ondergaan. Onze taak is om ons door Jezus te laten inschakelen om te dienen.