in raadselen spreken (Marcus 4,1-2)

in raadselen spreken
Marcus 4,1-2
Weer ging hij naar het meer om de mensen te onderwijzen; er kwam een enorme menigte om hem heen staan. Daarom ging hij in de boot op het meer zitten, terwijl de menigte op de oever bleef staan. Hij onderwees hen uitvoerig en sprak hen toe in gelijkenissen.

Veel mensen houden van puzzelen. Bijvoorbeeld uit puzzelboekjes. Er zijn verschillende soorten puzzels. Er zijn ook verschillende moeilijkheidsgraden. Hoe meer sterren, hoe moeilijker de puzzels.

Jezus spreekt de mensen aan. Letterlijk en figuurlijk. Eerder al zagen we dat de mensen diep onder de indruk waren van zijn spreken. Hij sprak hen toe met goddelijk gezag. De mensen blijven toestromen om naar zijn woorden te luisteren.

Op een dag gaat Jezus weer naar het meer van Galilea. Vanaf een boot geeft Hij de mensen onderwijs. Tot zover gaat alles zoals ze gewend zijn. Maar één ding is anders: Jezus gaat in gelijkenissen spreken. Gelijkenissen zijn beeldverhalen. Het gaat over het koninkrijk van God en waar dat op lijkt. Dan volgen er alledaagse taferelen. Maar wat is de boodschap daar nu van? Mensen stoten elkaar aan: “Begrijp jij er iets van?” “Wat zou Hij bedoelen?”

Dit vraagt dieper doordenken. Echt luisteren. Het punt van vergelijking scherp krijgen. Het lijkt wel een puzzel. Niet een makkelijke van één ster, maar echte doordenkpuzzels. Wie alleen voor een snelle kant en klare hap komt, haakt af. Alleen de stayers blijven.

Heer, wilt U me helpen dat ik graag blijf. Om bij U te zijn. Om door U onderwezen te worden. Om U als Koning te erkennen. Om mee te mogen bouwen aan uw Koninkrijk, of hoe je dat maar zegt. Geloven vraagt volhouden. Maar vooral voor Jezus, dat Hij het volhoudt met ons!