Instructie voor wegwerkers: omkeer en onderdompeling (Marcus 1,4)

Instructie voor wegwerkers: omkeer en onderdompeling
Marcus 1,4
Dit gebeurde toen Johannes de Doper naar de woestijn ging en de mensen opriep zich te laten dopen en tot inkeer te komen, om zo vergeving van zonden te verkrijgen.

Hoe zorg je dat je klaar bent om de Heer te ontvangen? Als een kraakpand ontruimd wordt is dat soms een hele klus: alles is gebarricadeerd. Bedoeling is: jullie komen hier niet binnen. Toen de mens bij God vandaan liep wilde hij niet meer in de tegenwoordigheid van God zijn. Hij hield God buiten, op afstand en barricadeerde de toegang. Hij stopte zijn hart, ogen en oren dicht voor God. Hij ging met de rug naar God toe leven.

Als ik zo leef, dan ben ik er níet klaar voor om God te ontvangen. Wat ik nodig heb om God wél te ontvangen is in de eerste plaats dat ik me omkeer. Dat ik mijn gezicht naar Hem toe draai. Dat ik dat elke keer weer doe.

Deze weg wees Johannes de Doper. God maakte dat er mensen waren die de stap zetten om die weg te gaan. Johannes ging die mensen dopen. Hij dompelde hen onder in de rivier de Jordaan. Als een symbool van een oude levensstijl die ze achter zich wilden laten. In de kracht van God.

Welke weg gaan jij en ik? God dwingt niet. Hij kan mensen wel tot inkeer brengen: U hebt gelijk, ik leefde met mijn rug naar U toe, wat een gemis, daar hebt U mij niet voor gemaakt, laat mij weer tot mijn doel komen, daarvoor kom ik bij U.

Ik nodig je uit dat gebed te bidden en elke dag de weg naar God te gaan.