Is Gods verkiezende liefde wel eerlijk? (Romeinen 9,20 en 11,33-36)

De Dordtse leerregels staan in de belangstelling. 400 jaar geleden werden die Leerregels opgesteld. Op de Synode van Dordrecht (1618-1619). De Dordtse Leerregels worden ook wel ‘het troostboek van de kerk’ genoemd. Een belangrijk thema in dit boekje is Gods verkiezende liefde. Veel mensen tobben met dat thema. In vier stukjes bekijken we vier vragen die daar over gaan. Deze week het tweede stukje.

NIET REBELLEREN, MAAR AANBIDDEN

Maar u, o mens! Wie bent u dat u God zou tegenspreken? Romeinen 9,20

O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen! Want: wie heeft de zin van de Here gekend? Of wie is Hem tot raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst iets gegeven waarvoor Hij vergoeding ontvangen moet? Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid! Amen. Romeinen 11,33-36

eerlijk?
Twee jongens zijn op heterdaad betrapt bij een inbraak in een school. Ze hadden het gemunt op dure computers. Het was een plan van hen beiden. Allebei zijn ze even schuldig. Maar een van beide krijgt straf en de ander wordt vrijgesproken. Is dat wel eerlijk? Bij wat mensen doen kun je je nog voorstellen dat die vraag gesteld wordt. Mensen kunnen fouten maken. Ook rechters kunnen fouten maken. Maar bij God de HEER kun je het je toch niet voorstellen? Hij is 100% eerlijk. Hij is volmaakt betrouwbaar. En toch: Soms kan zo’n vraag of het wel eerlijk is ons ook wel eens brutaal bekruipen in de richting van onze God. Bijvoorbeeld als de leer van de uitverkiezing aan de orde komt: ‘is het wel eerlijk?’ Wat moeten we aan met zulke vragen?

twee broers
In zijn brief aan de Romeinen schrijft Paulus over soortgelijke vragen: ‘is het wel eerlijk?’ Paulus schrijft over Israël als Gods uitgekozen volk. Daarbij geeft hij geen verhandeling over de leer van de uitverkiezing, maar we kunnen er wel van leren in dat verband. Paulus haalt Maleachi aan. De HEER zegt door Maleachi: ‘Was niet Esau Jakobs broer? Toch heb Ik Jakob liefgehad, maar Esau heb ik gehaat.’ Maar is dat wel eerlijk? Twee broers. Uit hetzelfde nest. Waarom de één wel aangenomen en de ander niet? Waarom zoveel leed in gezinnen? Is God dan onrechtvaardig? (Romeinen 9,14) ‘Beslist niet!’, zegt Paulus. ‘Wat God wil is beslissend. Op de bodem van alle vragen ligt Gods welbehagen.’ Maar dat is geen antwoord op de vraag. Waarom God de één wel aanneemt en de ander niet, dat blijft voor ons in het duister. Paulus geeft geen antwoord op de vraag, maar hij zegt: ‘Klein mensje, God ter verantwoording roepen past jou niet!’

de andere kant
Soms kun je zo boos zijn, dat je je er haast in verslikt. Dan verlies je alle nuchterheid uit het oog en ben je alleen nog maar boos. Maar laten we niet boos zijn om de leer van de uitverkiezing. Hoe kunnen we nu boos zijn om Gods verkiezende liefde? Ja, we kunnen bezwaar aantekenen wanneer mensen uit de hoogte doen om wat God belooft. En we kunnen bezwaar aantekenen tegen houvast in jezelf zoeken met alle onzekerheid vandien. Maar als we Gods verkiezende liefde zien, Gods houvast voor ons buiten ons in Christus Jezus, dan past ons verwondering, dankbaarheid en aanbidding. Begrijp je er iets van dat God je in liefde heeft aangenomen in Christus Jezus? Waarom ik wel? Inderdaad, dat is toch onbegrijpelijk. Maar in Christus is het waar. In de weg van geloof. Aanbid God voor dat wonder!

Eerder gepubliceerd in het weekblad De Reformatie